Uitspraak: http://www.raadvst-consetat.be/?page=news&lang=nl&newsitem=883
Samenvatting van het document met AI
Het document betreft een uitspraak van de VIe kamer van de Raad van State in België, gedateerd 17 april 2025, in een zaak tussen verschillende partijen over een aanbestedingsprocedure van de Belgische Nationale Spoorwegen (SNCB).
1. Achtergrond van de zaak
- Aanbesteding: De SNCB lanceerde in december 2022 een aanbestedingsprocedure voor de aankoop van elektrische treinstellen (EMU's) en batterij-elektrische treinstellen (BEMU's). Het betrof een raamovereenkomst voor maximaal 170.000 zitplaatsen, met een geschat budget van 1,85 miljard euro (minimaal) en 4,66 miljard euro (maximaal).
- Kandidaten: Vier bedrijven dienden een aanvraag in: Alstom Belgium, CAF (Construcciones y Auxiliar de Ferrocarriles), Siemens Mobility (als consortium), en Stadler Bussnang AG. Stadler trok zich later terug.
- Procedure: De procedure verliep via meerdere fasen, waaronder het indienen van offertes, onderhandelingen, en evaluaties. Uiteindelijk werden CAF, Alstom en Siemens als kandidaten behouden.
2. Beslissing van de SNCB
- Op 28 februari 2025 besloot de Raad van Bestuur van de SNCB om CAF aan te wijzen als "voorkeursbieder" (soumissionnaire préférentiel). Alstom en Siemens werden in een "wachtpositie" geplaatst.
- De beslissing hield in dat onderhandelingen met CAF zouden worden gestart over de contractuele documenten, met de intentie om het contract definitief toe te wijzen na afronding van de onderhandelingen.
3. Klachten en juridische stappen
- Alstom: Diende op 14 maart 2025 een verzoek in bij de Raad van State om de uitvoering van de beslissing van de SNCB te schorsen. Alstom stelde dat de evaluatiemethode van de SNCB ondoorzichtig en discriminerend was.
- Siemens: Diende op dezelfde dag een soortgelijk verzoek in.
- CAF: Diende een verzoek in om als tussenkomende partij te worden erkend, aangezien zij als voorkeursbieder waren aangewezen.
4. Argumenten van de partijen
- Alstom: Voerde aan dat de evaluatiemethode van de SNCB niet transparant was en dat de gebruikte criteria onvoldoende duidelijk waren. Dit zou in strijd zijn met de principes van gelijkheid, non-discriminatie en transparantie zoals vastgelegd in de Belgische wetgeving inzake overheidsopdrachten.
- SNCB: Verdedigde dat de evaluatiemethode correct was toegepast en dat de beslissing voldoende gemotiveerd was.
- CAF: Steunde de SNCB en stelde dat de evaluatiemethode transparant en rechtmatig was.
- Siemens: Steunde Alstom gedeeltelijk, maar voerde ook eigen argumenten aan over de onregelmatigheden in de procedure.
5. Beoordeling door de Raad van State
- De Raad van State stelde vast dat de evaluatiemethode van de SNCB onvoldoende transparant was. De gebruikte termen ("meerwaarde", "minderwaarde", "voldoende", "suboptimaal") waren niet duidelijk gedefinieerd, en het was niet inzichtelijk hoe deze termen waren vertaald naar scores.
- De Raad merkte op dat de scores (bijvoorbeeld 18/36 voor CAF, 17/36 voor Alstom, en 17,25/36 voor Siemens) niet logisch verklaard konden worden op basis van de beschikbare informatie.
- De Raad concludeerde dat de methode niet voldeed aan de vereisten van transparantie en gelijkheid, zoals voorgeschreven door de wet op overheidsopdrachten.
6. Uitspraak
- De Raad van State schorste de uitvoering van de beslissing van de SNCB van 28 februari 2025.
- De SNCB werd veroordeeld tot het betalen van de proceskosten, inclusief een vergoeding van 770 euro aan Alstom.
- De tussenkomstverzoeken van CAF en Siemens werden aanvaard, maar de kosten van hun interventies moesten zij zelf dragen.
7. Belang van de uitspraak
Deze uitspraak benadrukt het belang van transparantie en objectiviteit in aanbestedingsprocedures. Het toont aan dat aanbestedende overheden duidelijke en controleerbare evaluatiemethoden moeten hanteren om de gelijkheid tussen inschrijvers te waarborgen.