Bespreking van het beleidsplan van de Ministere van Justitie - bespreking van de vragen en opmerkingen van de parlementsleden

Bron: https://vlaamsemagistraten.allsync.com/s/qwmPWmWa8SpJDgJ

Samenvatting met AI 

De beleidsverklaring van de Minister van Justitie heeft geleid tot een uitgebreide discussie met verschillende parlementsleden die talrijke opmerkingen en vragen hebben geformuleerd. Hieronder volgt een gedetailleerde en gestructureerde bespreking van deze vragen, georganiseerd per spreker.

Mevrouw Sophie De Wit (N-VA):

• Formulering beleidsverklaring: Mevrouw De Wit merkt op dat de minister in haar beleidsverklaring soms een meer voorwaardelijke wijze hanteert dan het regeerakkoord. Ze benadrukt dat dit in het achterhoofd moet worden gehouden.
• Titel en focus: Ze stelt vast dat de titel van de beleidsverklaring "Voor een rechtvaardige Justitie die verbindt" is, terwijl het regeerakkoord veeleer de nadruk legt op efficiënte daadkracht en een menselijke justitie, alsook de aanpak van straffeloosheid. De uitdagingen op deze vlakken zijn volgens haar erg groot.
• Personeelsbeleid en sociaal statuut magistraten: Ze vraagt hoe de minister de impact van het sociaal statuut op het aantrekken en behoud van personeel binnen justitie evalueert, aangezien het in de praktijk bepaalde functies minder aantrekkelijk lijkt te maken. Ze wil weten of er maatregelen zullen worden genomen om te vermijden dat het sociaal statuut onbedoeld bijdraagt aan een verdere uitstroom en hoe de minister de verdere uitbouw van het sociaal statuut ziet.
• Aantrekken van magistraten: Ze vraagt of de betere salarisvoorwaarden voor magistraten in opleiding volstaan om het tekort aan magistraten aan te pakken. Ze wil weten hoeveel magistraten de minister wil aantrekken tijdens deze legislatuur, of er concrete streefcijfers zijn en of verbeterde verloning de enige overwogen aanmoediging is.
• Beroepsgeheim en slachtoffers: Ze hoopt op meer duidelijkheid over de evaluatie van de aanpassing van het beroepsgeheim om de bescherming van slachtoffers niet in de weg te staan. Ze merkt op dat het regeerakkoord stelliger geformuleerd is over het concretiseren van de definitie van de noodtoestand en de mogelijke aanpassing van de meldingsplicht.
• Omgangsverbod en slachtoffers: Ze benadrukt dat de voorgenomen mogelijkheid om een volledig omgangsverbod op te leggen belangrijk is voor de N-VA-fractie om slachtoffers beter te beschermen.
• Parlementaire onderzoekscommissies en slachtoffers: Ze acht de uitvoering van de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie naar seksueel misbruik belangrijk, inclusief de oprichting van een garantiefonds voor slachtoffers dat dringend nodig is. Ze verduidelijkt dat de minister niet hoeft te wachten op de bevindingen van de commissie "Operatie Kelk".
• Veiligheids- en inlichtingendiensten: Ze vraagt hoe de minister concreet wil investeren in de versterking van de federale gerechtelijke politie, OCAM, de Staatsveiligheid en het nationaal drugscommissariaat, aangezien deze laatste twee niet expliciet in het regeerakkoord staan.
• Communicatie-efficiëntie: Ze verbaast zich dat de minister enkel de opleiding van gevangenispersoneel en psychosociale diensten binnen de gevangenis vermeldt in het kader van communicatie-efficiëntie.
• Intrafamiliaal geweld: Ze vraagt naar de synergie met de aanpak op Vlaams niveau waar "Veilige Huizen" zijn ingericht en hoe de minister de aanpak van intrafamiliaal geweld ziet. Ze benadrukt dat contactverboden inzake intrafamiliaal geweld veel beter moeten worden opgevolgd.
• Geïnterneerden: Ze uit haar bezorgdheid over de (rechts)positie van geïnterneerden. Ze vraagt naar de concrete aanpak van de instroom, doorstroom en uitstroom van geïnterneerden. Ze wenst duidelijkheid over het forensisch psychiatrisch centrum in Aalst en de stappen in Wallonië.
• Verkeersveiligheid: Ze informeert in welke mate het parket voor de verkeersveiligheid thans operationeel is.
• Jeugdcriminaliteit: Ze vraagt naar de mening van de minister over de vrijlating van jongeren die verdacht werden van drillrap-moorden en of ze hierrond een beleid zal ontwikkelen.

De heer D’Haese:

• Dataverzameling: De heer D’Haese herinnert aan het adagium dat recht niet alleen moet geschieden, maar ook gezien moet worden. Hij benadrukt het belang van doorgedreven dataverzameling binnen justitie om de reële toestand te kennen, wat volgens hem al jaren tekortschiet.
• Voorbeeld nachtlawaai: Hij haalt aan dat het bijvoorbeeld onbekend is hoeveel veroordelingen worden uitgesproken voor elke strafbaarstelling, en geeft het voorbeeld van een vraag over het aantal veroordelingen voor nachtlawaai waar het antwoord was dat die gegevens niet beschikbaar waren.
• Efficiëntie en langetermijnbeleid: Hij stelt voor dergelijke gegevens te koppelen aan andere gegevens zoals werklastmetingen om tot een efficiënte inzet van personeel en prioriteitenstelling te komen. Hij bekritiseert het vervallen in steekvlampolitiek en pleit voor een langetermijnbeleid.

De heer Van Hecke (Ecolo-Groen):

• Ontbrekende onderwerpen: Hij vermeldt de gokwetgeving als voorbeeld van een onderwerp dat niet aan bod komt in de beleidsverklaring.
• Budgettair kader: Hij had gehoopt op een zeker budgettair kader in de inleiding van de minister en stelt vast dat ook vanuit de meerderheidspartijen vragen worden gesteld over kalenders en budgetten.
• Algemene indruk: Hij heeft de beleidsverklaring met gemengde gevoelens gelezen.
• Slachtofferbeleid: Hij uit zijn tevredenheid over tal van concrete voorstellen die slachtoffers centraler stellen, maar heeft twijfels over de online aangifte van fysiek geweld en de aanpassing van het beroepsgeheim. Hij vraagt om meer duiding over de laatste cijfers over seponeringen omwille van opportuniteitsredenen bij geweld tegen personen met een gezagsfunctie.
• Strafrecht en detentie: Hij merkt een repressieve en punitieve lijn op in het strafrecht en het detentiebeleid, wat contrasteert met het slachtofferbeleid. Hij betwijfelt of het beleid wel evidence-based zal zijn, gezien de voorgestelde maatregelen de overbevolking dreigen te vergroten.
• Gevangeniscapaciteit: Hij stelt vragen over het langer openhouden van bestaande, verouderde gevangenissen en wil weten over welke gevangenissen het gaat, hoeveel capaciteit men wil aanhouden en voor welke termijn.
• Kleinschalige detentie: Hij vraagt waarom kortgestraften niet langer onder de doelgroep van kleinschalige detentie vallen en stelt voor om kortere straffen uit te voeren in detentiehuizen op basis van beschikbare capaciteit. Hij vraagt naar het totaal aantal beoogde plaatsen en de timing.
• Geïnterneerden in WZC's: Hij vraagt hoeveel geïnterneerden momenteel in woonzorgcentra verblijven en hoe de problematiek concreet zal worden aangepakt gezien het gebrek aan nieuwe FPC's in de komende jaren. Hij vraagt naar details over geprefabriceerde modules en de herbestemming van bestaande gebouwen.
• Videoconferentie: Hij is kritisch over het organiseren van pleitzittingen per videoconferentie, wat hij problematisch en praktisch niet haalbaar acht, zeker voor advocaten.
• Toegankelijke justitie: Hij vraagt waarom kiosken om gedigitaliseerde dossiers in te kijken enkel in de vredegerechten worden voorzien en stelt voor dit ook te overwegen bij zaken in eerste aanleg. Hij vraagt naar het concrete plan achter het organiseren van zittingen in andere overheidsgebouwen. Hij informeert naar de bestendiging van de juridische tweedelijnsrechtsbijstand en of de minister bereid is de inkomensdrempels opnieuw te verhogen.
• Klassenjustitie en afkoopwet: Hij brengt het debat over klassenjustitie aan, verwijzend naar de zaak-Sanda Dia en de afkoopwet. Hij vraagt of de minister initiatieven wil nemen voor een grondig multidisciplinair onderzoek hiernaar en wat ze zal doen met de resultaten van de audit van de afkoopwet.
• Internationale samenwerking en mensenrechten: Hij vraagt naar verduidelijkingen over de Ljubljana Conventie, de opvolging van sektarische organisaties, het gebrek aan internationale dimensie en de term "mensenrechten" in de beleidsverklaring, en andere uitdagingen zoals SLAPP's en het beleid inzake kansspelen. Hij vraagt naar de rol van het ministerie in de voorbereiding, uitvoering en opvolging van internationale oefeningen met betrekking tot mensenrechtenverplichtingen.
• Slotwoord: Hij besluit dat minister van Justitie zijn geen eenvoudige taak is en hoopt dat repressieve voorstellen zullen worden herbekeken en dat de minister prioriteit zal geven aan menselijkheid en evidence-based initiatieven.

Mevrouw Marijke Dillen (VB):

• Procedure en inhoud beleidsverklaring: Ze betreurt het gebrek aan ernst door de late beschikbaarheid van de tekst en het ontbreken van een budgettair kader. Ze vindt de titel van de verklaring nietszeggend en ziet de verklaring als een afgezwakte versie van het regeerakkoord waarin de minister vaag blijft, wat de parlementaire controle ondermijnt. Ze merkt onnodige herhalingen op, bijvoorbeeld over inspanningen voor slachtoffers.
• Financiering van justitie: Ze benadrukt de jarenlange onderfinanciering van justitie en vraagt waarom de minister geen extra middelen heeft gevraagd tijdens de regeringsonderhandelingen. Ze vreest dat de vraag naar extra middelen kansloos is.
• Toegang tot justitie en slachtoffers: Ze staat positief tegenover het verlagen van drempels en de aandacht voor slachtoffers, maar benadrukt het belang van meer inspanningen om slachtoffers te erkennen, informeren en ondersteunen. Ze vraagt naar concrete initiatieven om de communicatie begrijpelijker te maken, naar de werking van de IGO-werkgroep en naar het stappenplan voor slachtofferruimtes. Ze stelt vragen over de rechtshulp voor slachtoffers en de mogelijke afschaffing van het fiscaal voordeel voor rechtsbijstandsverzekeringen. Ze vraagt naar de rechtshulp voor hulpdiensten en politie en naar het tijdspad voor de uitbreiding van de bevoegdheden van DAVO. Ze vraagt of de minister bereid is stappen te zetten om de werking van de bureaus voor juridische bijstand te verbeteren.
• Bescherming van personen met maatschappelijke functie: Ze vraagt of de lijst van personen die beter beschermd moeten worden tegen geweld zal worden uitgebreid in het nieuwe Strafwetboek.
• Communicatie en digitalisering: Ze vraagt hoe de communicatie "op mensenmaat" en de verbetering van de digitale infrastructuur concreet zullen worden ondersteund. Ze vraagt naar toelichting over de ruimte voor menselijke verhalen in de communicatie.
• Betaalbaarheid van justitie: Ze vraagt of de minister bereid is te overleggen met de minister van Financiën over het afschaffen van de registratieplicht van gerechtsdeurwaardersexploten of de verlaging van de btw voor advocaten.
• Doorlooptijd procedures: Ze vraagt waarom er nog denkoefeningen nodig zijn om de doorlooptijd van procedures te verkorten.
• Termijnen beroep en bezwaar: Ze vraagt naar de concrete gevolgen van het harmoniseren van termijnen tot 30 dagen.
• Alternatieve geschillenoplossing en juridische bijstand: Ze vraagt naar concrete plannen voor het optimaliseren van het Gerechtelijk Wetboek wat betreft alternatieve geschillenoplossing en naar initiatieven voor de toegankelijkheid van juridische bijstand.
• Gerechtsdeurwaarders: Ze vraagt naar de modernisering van de tarieven en de mogelijkheden van gerechtsdeurwaarders om verzoekschriften in te dienen.
• Dataverzameling: Ze merkt op dat dataverzameling enkel onder strafuitvoering wordt genoemd en pleit voor een ruimere uitrol.
• Echtscheiding door onderlinge toestemming: Ze vraagt naar de rol van advocatuur en notariaat hierbij.
• Kindvriendelijke justitie: Ze vraagt naar de initiatieven die de minister zal ontplooien naar aanleiding van het evaluatierapport van de Hoge Raad voor de Justitie.
• Werkdruk magistratuur en personeelsschaarste: Ze benadrukt de stijgende werkdruk en de personeelsschaarste en vraagt naar maatregelen om de aantrekkelijkheid van het beroep van magistraat te verhogen en de komende pensioneringsgolf op te vangen. Ze vraagt naar het standpunt van de minister over de inzet van advocaten als plaatsvervangende rechters.
• Vrederechters: Ze vraagt naar de stand van zaken in Brussel en andere vredegerechten.
• Beheersautonomie: Ze vraagt om verduidelijking over de beheersautonomie van gerechtelijke entiteiten.
• Aantrekken ervaren profielen: Ze vraagt of de nodige budgetten zullen worden vrijgemaakt.
• Tuchtrecht magistraten: Ze benadrukt de noodzaak tot versterking.
• Externe dienstverleners: Ze dringt aan op tijdige betaling.
• Zaalwachters en zittingsdeurwaarders: Ze vraagt naar overleg met de minister van Financiën over hun statuut.
• Strafuitvoering en nieuw Strafwetboek: Ze vraagt naar de betekenis van "kwaliteit" bij de anticipatie op het nieuwe Strafwetboek en naar toelichting over de betere dataverzameling.
• Taalwetgeving: Ze vraagt om toelichting over de beperking van de taalkeuze.
• Risicotaxatie: Ze vraagt naar concrete acties hieromtrent en naar de uitwerking van de omzendbrief recidive.
• Voorlopige hechtenis: Ze vraagt naar de definitie van georganiseerde criminaliteit en de gevolgen van herkwalificatie bij de herziening van de voorlopige hechtenis.
• Staatsecretaris strafuitvoering: Ze vraagt naar het standpunt van de minister.
• Vervroegde invrijheidstelling: Ze merkt op dat de herziening niet in de beleidsverklaring staat.
• Zittingen in gevangenissen: Ze vraagt naar het standpunt van de magistratuur.
• Modulaire eenheden en oude gevangenissen: Ze vraagt naar de intenties.
• Begroting: Ze wijst op de hypocrisie rond de cijfers van niet-aangehouden gedetineerden en op de vele keren dat "onderzoeken" en "bekijken" worden vermeld.
• Terrorisme: Ze vraagt naar de concrete aanpak van het strafbaar stellen van het verheerlijken van terroristische organisaties.
• Slachtoffers: Ze benadrukt het belang van slachtoffers van seksueel misbruik, intrafamiliaal geweld en kindermishandeling en vraagt naar de bemanning van de Zorgcentra na Seksueel Geweld. Ze vraagt naar de definitie van recidiverisico bij het omgangsverbod.
• Ontbrekende thema's: Ze merkt op dat externe dienstverleners niet aan bod komen. Ze mist fundamentele zaken zoals de Moslimraad, phishing en internetfraude.
• Evaluatie en toekomst: Ze vreest dat de beleidsverklaring vooral "puin zal afstoffen". Ze deelt het vertrouwen in de minister wat betreft de aanbevelingen van het Rekenhof niet en vraagt naar een personeelsaanwervings- en ontwikkelingsbeleid. Ze vindt het gebrek aan ambitie bij de oprichting van een bedrijf in 24u opvallend.

De heer Philippe Goffin (MR):

• Recurrente thema's: Hij merkt op dat dezelfde thema's steeds terugkeren in beleidsverklaringen en dat de omstandigheden onveranderd of verslechterd zijn. Hij is tevreden met de geuite ambities en vraagt naar de geconsulteerde actoren en de concrete doelstellingen.
• Staat van oorlog: Hij vraagt of we in staat van oorlog zijn met het buitenland en de drugsmaffia, en wie de vijanden zijn.
• Personeel: Hij vraagt hoe de minister de personeelsformatie op orde wil krijgen en hoe snel. Hij informeert naar openstaande plaatsen en het tempo van aanwervingen.
• Zelf-financiering: Hij vraagt naar het standpunt van de minister over gedeeltelijke autofinanciering van justitie.
• Versnelling procedures: Hij vraagt hoe de minister de procedures en termijnen wil versnellen.
• Communicatie en videoconferentie: Hij vraagt naar aanpassingen om communicatie te beveiligen en naar de mogelijkheden voor meer videoconferentie.
• Vertrouwen in justitie: Hij vraagt naar de mening van de minister over de vertrouwensbreuk met partners zoals gerechtsdeskundigen.
• Overbrengingsbeleid: Hij vraagt waarom de overbrenging van Europese gedetineerden zo traag verloopt.
• Geïnterneerden en strafuitvoering: Hij vraagt naar concrete maatregelen en samenwerking en naar meer middelen en contacten met deelstaten voor late strafuitvoering. Hij informeert naar een plan om andere actoren te betrekken bij werkstraffen.
• Drugsproblematiek: Hij vraagt naar het plan van de minister.
• Budget: Hij vraagt naar de extra begrotingsruimte die de minister hoopt te verkrijgen.
• Slachtoffers: Hij benadrukt de noodzaak van een bredere visie op de rechtsonderhorige en vraagt naar de doelstellingen en uitrol van de Zorgcentra na Seksueel Geweld. Hij vraagt naar de oprichting van een garantiefonds voor terrorisme-slachtoffers.
• Magistraten en personeel: Hij vraagt naar deadlines en het in kaart brengen van verwaarloosde plaatsen.
• Hof van beroep Brussel: Hij vestigt de aandacht op de problematische situatie en vraagt naar een daadkrachtige aanpak.
• Concrete maatregelen en timing: Hij benadrukt het gebrek hieraan.
• Zittingsplaatsen vrederechters: Hij vraagt naar feedback over de bereidheid van gemeenten en rechtbanken.

De heer Khalil Aouasti (PS):

• Algemene steun en bezorgdheid: Hij steunt de intenties maar betreurt het gebrek aan concrete elementen, timing en budget.
• Toegankelijke rechtspraak: Hij vraagt naar de budgettaire impact van de uitbreiding van de bevoegdheden van DAVO en naar de prioriteiten bij het automatisch toekennen van de status van benadeelde persoon. Hij vraagt naar de hervorming van de alternatieve geschillenbeslechting in de juridische bijstand en naar de aanpak van gespecialiseerde advocaten in het vreemdelingenrecht. Hij vraagt hoe kwetsbare slachtoffers in een systeem worden opgenomen en naar de stand van zaken van multidisciplinaire advocatenkantoren. Hij informeert naar het tijdpad voor de hervorming van de familierechtbank en is terughoudend over de hervorming van de echtscheiding door onderlinge toestemming via de ambtenaar van de burgerlijke stand.
• Autonomie van de rechterlijke orde en werklastmeting: Hij uit kritiek op de aangekondigde autonomie en vraagt naar het tijdschema voor het invullen van personeelsformaties en de begrotingsraming. Hij vraagt naar de follow-up van de discussie met magistratenverenigingen en naar de stand van zaken van de werklastmeting. Hij vraagt naar de budgetten voor de directiecomités en de gevolgen voor de kwetsbare rechtzoekenden bij de eventuele invoering van een eenheidsrechtbank.
• Magistraten en griffiers: Hij herinnert aan de moeilijke situatie van de gehele magistratuur, inclusief de Brusselse vrederechters en plaatsvervangende vrederechters. Hij vraagt naar het budget voor de aanwerving van magistraten, griffiers en secretarissen en naar de flankerende maatregelen voor het sociaal statuut van de magistraten.
• Adviesraad van de Magistratuur: Hij vraagt naar de visie van de minister op de rol en functies van de Adviesraad en de mogelijke ondersteuning.
• Strafrecht en penitentiair beleid: Hij benadrukt de samenhang en verwelkomt de wetenschappelijke onderbouwing. Hij uit echter zijn bezorgdheid over de plannen die de gevangenisoverbevolking dreigen te verergeren en vraagt naar de timing van de overdracht van de gezondheidszorg naar Volksgezondheid. Hij stelt vragen over de rehabilitatieprocedure en de preventie van foltering. Hij vraagt naar de aanpak van de drugsproblematiek vanuit een volksgezondheidsperspectief en naar de verbetering van het statuut van het gevangenispersoneel. Hij informeert naar het gebruik van het strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek en de rol van de onderzoeksrechter en naar de hervorming van het strafbladbeleid. Hij wijst op de risico's van videoconferentie en de taalwetgeving en vraagt naar de aanpak van de personeelstekorten. Hij uit zijn bezorgdheid over de rol van de onderzoeksrechter en de macht van de procureurs.
• Slotwoord: Hij concludeert dat de beleidsverklaring nog een aaneensluiting van intenties is.

De heer Ismaël Nuino (Les Engagés):

• Algemene waardering: Hij looft de gestructureerde, gedetailleerde en ambitieuze beleidsverklaring en de duidelijke strategische visie. Zijn fractie steunt de doelstellingen.
• Prioriteiten: Hij benadrukt het belang van de strijd tegen seksueel en intrafamiliaal geweld, cybercriminaliteit, georganiseerde misdaad en terrorisme.
• Slachtoffers: Hij steunt het automatisch toekennen van de status van benadeelde persoon en de snelle, directe en menselijke communicatie met slachtoffers. Hij verwelkomt de oprichting van het Fonds voor de slachtoffers van terrorisme. Hij vraagt echter naar de reden waarom het inzagerecht van slachtoffers niet expliciet in de beleidsverklaring staat en naar de intenties van de minister hieromtrent. Hij vraagt naar de concrete intenties met betrekking tot de aanpak van geweld jegens vrouwen en gespecialiseerde centra. Hij vraagt naar de impact van de gedeeltelijke opheffing van het beroepsgeheim op het vertrouwen van slachtoffers. Hij benadrukt het belang van dossiertoegang voor medewerkers van de diensten voor slachtofferbegeleiding en vraagt naar de concrete uitvoering en timing.
• Personeel: Hij vraagt naar concrete details over de oplossingen voor de chronische onderbezetting, naar een precieze tijdslijn en naar de begrotingsmiddelen voor aanwervingen in Brussel. Hij vraagt naar de verwachte operationele termijn van nieuwe magistraten.
• Overbrenging gedetineerden: Hij vraagt naar concrete acties om de overbrengingen van gedetineerden te versnellen en naar de samenwerking met andere landen. Hij vraagt naar bevoegde actoren die geraadpleegd kunnen worden om de mensenrechten te waarborgen en naar eventuele juridische of diplomatieke struikelblokken.
• Geïnterneerden: Hij vraagt naar details over de termijnen voor het creëren van meer plaatsen in forensisch-psychiatrische centra.
• Digitalisering: Hij onthaalt de versnelling van de digitalisering met enthousiasme.
• Alternatieve geschillenbeslechting: Hij is verheugd over de intentie om ADR te bevorderen. Hij vraagt naar concrete plannen voor werkstraffen en naar de uitvoering ervan.
• Gesprek op maat van het kind: Hij betreurt het ontbreken van vermelding en vraagt of de minister dit alsnog wil realiseren en in opleidingen wil voorzien.
• Gespecialiseerde kamers: Hij steunt de uitbreiding, maar vraagt naar het budget, de teams en de opleidingen.
• Forensisch artsen: Hij wijst op het gebrek aan vermelding en vraagt naar specifieke maatregelen.
• Financiering: Hij belooft steun voor substantiële financiering.

De heer Alain Yzermans (Vooruit):

• Algemene visie: Hij benadrukt het belang van een sterke en rechtvaardige justitie.
• Slachtoffers: Hij is tevreden met de centrale plaats van slachtoffers en vraagt naar een concrete timing voor de analyse van de impact van het automatisch statuut van benadeelde persoon en naar de voorziening van voldoende financiering voor digitalisering.
• Detentiebeleid: Hij vraagt naar het aantal bijkomende plaatsen in transitie- en detentiehuizen en de investeringen in kleinschalige detentie. Hij vraagt naar de verwachtingen rond elektronisch toezicht tijdens voorlopige hechtenis.
• Gevangenispersoneel: Hij benadrukt het belang van hun werkomstandigheden, statuut en veiligheid en vraagt naar de timing van het sociaal akkoord, de opwaardering van het personeel en de aanpak van de achterstallige verlofdagen. Hij vraagt naar concrete maatregelen op korte termijn voor de veiligheid en werkomstandigheden en naar mogelijke aanpassingen aan de basiswet die de rechtspositie van gedetineerden regelt.
• Detentiedossier op maat: Hij pleit hiervoor.

De heer Steven Matheï (cd&v):

• Titel beleidsnota: Hij acht de titel zeer gepast.
• Slachtoffers: Hij steunt het automatisch toekennen van de status van benadeelde persoon en vraagt naar de impact op de werklast en de budgettaire gevolgen. Hij benadrukt het belang van communicatie op mensenmaat en de mogelijke uitbreiding van de bevoegdheid van DAVO.
• Sociaal akkoord: Hij benadrukt het belang ervan en uit vertrouwen in de minister.

De heer Van Tigchelt:

• Budget: Hij concludeert dat de minister met weinig interesse over het budget heeft onderhandeld en uit zijn ongerustheid over de betaalbaarheid van de voorgestelde plannen. Hij vraagt naar de verhouding tussen extra speurders en de oprichting van de FIOD.
• Geïnterneerden: Hij benadrukt dat de minister dit niet alleen kan oplossen.
• Slachtoffers verkeersdoodslag: Hij waarschuwt voor het creëren van valse verwachtingen.
• Beheersovereenkomsten: Hij vraagt om prioriteit te geven aan een beheersovereenkomst met het hof van beroep te Brussel.
• Wetboeken: Hij vraagt naar de plannen voor het Wetboek van strafvordering en het Strafuitvoeringswetboek en of men naar een rechter van het onderzoek wil gaan.
• Veiligheid van de Staat: Hij is voorstander om de Veiligheid van de Staat de mogelijkheid te geven tot disruptie.

De diverse sprekers hebben een breed scala aan vragen en opmerkingen geformuleerd, die in essentie de uitdagingen en ambities van het justitiebeleid in al zijn facetten belichten. Een rode draad doorheen de vragen is de nood aan concrete maatregelen, duidelijke timing en een adequaat budget om de voorgestelde plannen te realiseren. Daarnaast is er een sterke focus op de positie van slachtoffers, de aanpak van de personeelstekorten, de problematiek van de gevangenisoverbevolking en de geïnterneerden, en de noodzaak tot een efficiënte en toegankelijke justitie voor alle burgers.