Bron: https://www.dekamer.be/flwb/pdf/56/0548/56K0548001.pdf
De teksten omvatten verslagen van hoorzittingen gehouden door de Commissie voor Justitie van de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers in januari en februari 2025. Tijdens deze zittingen werden vertegenwoordigers van het Rekenhof, het openbaar ministerie, de hoven en rechtbanken, de Orde van Advocaten, de FOD BOSA, en de voormalige staatssecretaris voor Digitalisering gehoord over het thema van de digitale transformatie van Justitie door de federale overheid. De discussies volgen op een rapport van het Rekenhof dat kritische bevindingen presenteerde over de aansturing en uitvoering van deze digitaliseringsprojecten, waarbij knelpunten, inefficiënties en aanbevelingen werden besproken met de verschillende betrokken actoren
Doel: Dit document biedt een overzicht van de belangrijkste thema's, ideeën en feiten die naar voren komen in de besproken hoorzittingen met betrekking tot de digitalisering van het Belgische Justitieapparaat. Het belicht de bevindingen van het Rekenhof, de reacties van diverse stakeholders (vertegenwoordigers van de rechterlijke macht, het Openbaar Ministerie, de FOD Justitie, de balies en de voormalig staatssecretaris voor Digitalisering) en de bezorgdheden van de parlementsleden.
Samenvatting van de belangrijkste thema's en bevindingen:
Kritiek op de huidige stand van de digitalisering: Het Rekenhof presenteert een kritisch rapport over de digitalisering van Justitie, waarbij een gebrek aan coherente strategie, geïntegreerde politieke visie, coördinatie en efficiënte aanwending van middelen wordt geconstateerd. Verschillende parlementsleden uiten hun verbijstering over de trage vooruitgang ondanks aanzienlijke investeringen. Mevrouw Dillen (VB) spreekt van "verbazingwekkende toelichting bij het rapport" en is "werkelijk verbijsterd over de resultaten van het onderzoek."
Gebrek aan een overkoepelende strategie en coördinatie: Er is geen federaal digitaliseringsbeleid dat de strategieën van de verschillende departementen op elkaar afstemt. Binnen Justitie zelf opereren verschillende actoren (stafdienst ICT, DTO, Crossborder) in een complex samenwerkingskader met onderlinge concurrentie. De beleidscel van de minister creëert soms spanningen door "niet-overlegde projecttoekenningen." Het Rekenhof benadrukt het ontbreken van een gecoördineerde strategie van de staatssecretaris voor Digitalisering.
Problemen met projectbeheer en financiën: De strategische cel is operationeel actief in het onderhandelen van offertes en aanwijzen van leveranciers, soms zonder voorafgaande evaluatie van financiële, menselijke of technologische haalbaarheid. Dossiers worden achteraf ter regularisatie voorgelegd. Er is kritiek op de besteding van aanzienlijke bedragen (o.a. 140 miljoen euro) waarvan de besteding niet correct kan worden omschreven en geïnventariseerd. Er wordt gewezen op het risico van fraude en het niet naleven van begrotingsprocedures en de regelgeving inzake overheidsopdrachten en subsidies. Het Rekenhof noemt project Crossborder een "zwarte doos."
Rol van consultants: Er is veelvuldig gebruikgemaakt van externe consultants, wat leidt tot vragen over buitensporige uitgaven, mogelijke belangenconflicten en het gebrek aan een duidelijke outsourcingstrategie. De heer Crucke (Les Engagés) wijst op de risico's van "inmenging van de privésector in een overheidstool, zonder enig kader of adequate controles, wat de deur wijd openzet voor mogelijk misbruik." Het is onduidelijk of de inzet van consultants heeft geleid tot de versterking van duurzame functies binnen de administratie.
Trage implementatie en gemiste deadlines: Verschillende digitaliseringsprojecten lopen vertraging op of zijn nog niet van de grond gekomen, ondanks substantiële budgetverhogingen. Een voorbeeld is de digitale databank van vonnissen en arresten, JustJudgment, die pas ten vroegste in 2026 verwacht wordt in plaats van 2023. Voor vier van de zeven prioritaire projecten van het Openbaar Ministerie dreigen de deadlines van de Europese herstel- en veerkrachtfaciliteit niet gehaald te worden.
Impact op de werking van Justitie en stakeholders: De trage digitalisering heeft negatieve gevolgen voor de rechtzoekenden, het gerechtelijk personeel en andere stakeholders, zoals de advocatuur. Het gebrek aan een functionerend digitaal dossier bemoeilijkt de toegang tot informatie en de efficiënte afhandeling van zaken. Advocaten ervaren problemen met de digitale indiening van documenten via DPA-Deposit en e-Deposit, die vaak in een "zwart gat" verdwijnen of ongestructureerd terechtkomen.
Reactie van het Openbaar Ministerie en de hoven en rechtbanken: Vertegenwoordigers van het Openbaar Ministerie (OM) en de hoven en rechtbanken erkennen de uitdagingen maar benadrukken ook de inspanningen die worden geleverd en de complexiteit van de materie. Het OM heeft prioriteiten opgesteld en werkt aan de ontwikkeling van een nieuw dossierbeheersysteem, JustOne. Ze wijzen op de noodzaak van voldoende budgettaire middelen en de complexiteit van het ontwikkelen van uniforme oplossingen voor de diverse taken binnen het OM. Het College van de hoven en rechtbanken pleit voor meer structureel overleg en een betere afstemming van de ICT-strategieën.
Rol van de FOD Justitie en BOSA: De FOD Justitie erkent de achterstand op het gebied van digitalisering en is bezig met een herstructurering en stroomlijning sinds 2022. Er wordt gepleit voor structurele extra financiering en een duidelijke prioritering van projecten. De voormalig staatssecretaris voor Digitalisering, Mathieu Michel, benadrukt de transversale rol van de staatssecretaris en BOSA in het aanreiken van digitale tools, maar zonder te interveniëren in de bedrijfsprocessen. Er wordt geopperd dat BOSA een grotere coördinerende rol zou moeten spelen en een duidelijk kader zou moeten bieden voor de digitalisering van de verschillende FOD's.
Nood aan interne expertise: Het Rekenhof stelt vast dat de FOD Justitie niet de nodige interne expertise heeft om de digitaliseringsprojecten zelf te leiden, wat leidt tot een grote afhankelijkheid van externe consultants. Er wordt gepleit voor de versterking van de interne capaciteiten, maar het aantrekken en behouden van gekwalificeerd IT-personeel blijkt moeilijk door de concurrentie met de private sector.
Belangrijkste citaten:
Mevrouw Dillen (VB): "De digitalisering was een van de paradepaardjes van voormalig minister van Justitie Vincent Van Quickenborne. Ook zijn opvolger, minister Van Tigchelt, heeft in de commissie voor Justitie herhaaldelijk gezegd [...] dat de digitalisering op kruissnelheid zat, iets wat spijtig genoeg niet het geval blijkt te zijn."
Het rapport stelt: "De beleidscel, verantwoordelijk voor het uitwerken van een digitaliseringsstrategie voor de actoren die belast zijn met de projecten, ontbeert een geïntegreerde politieke visie."
Het rapport stelt over de strategische cel: "Deze cel heeft spanningen gecreëerd door het ICT-service, het DTO en Crossborder met elkaar te concurreren."
De heer Keuten (VB) vindt het "onthutsend dat een digitaliseringsbeleid dat de strategieën voor alle federale departementen in lijn brengt, na vijf jaar staatssecretaris Michel volledig blijkt te ontbreken."
De heer Yzermans (Vooruit): "Het lijkt er toch op, aldus het lid, dat de violisten op de Titanic lustig blijven doorspelen maar intussen wel ten onder gaan. Wat hier is gebeurd, is een casestudy voor studenten om aan te tonen hoe het niet moet."
Mevrouw Vanthienen (vertegenwoordiger College van procureurs-generaal): "De digitalisering en de digitale transformatie van de rechterlijke orde zijn iedere dag zichtbaar. [...] De return on investment is niet enkel budgettair van aard, hij zal ook blijken uit de manier waarop justitie omgaat met slachtoffers en uit het vertrouwen van de burger in het justitieel apparaat."
De heer Michel (voormalig staatssecretaris voor Digitalisering): "De strategie die de voormalige staatssecretaris heeft gevolgd, was de zogenaamde '#SmartNation'-aanpak. Die behelsde krachtlijnen voor het uit te rollen beleid, gebaseerd op drie fundamentele pijlers: digitale inclusie, de ambitie om projecten te ontwikkelen ter stimulering van de economie op het vlak van digitalisering, [...] en convergentie."
Vervolgstappen en Openstaande Vragen:
Het Rekenhof is van plan een opvolgingsaudit uit te voeren. De timing hiervan is van groot belang voor de parlementsleden.
Er is behoefte aan een gedetailleerd overzicht van alle lopende digitaliseringsprojecten, de bijbehorende budgetten en de geboekte vooruitgang. De FOD Justitie is gevraagd deze informatie te verstrekken.
De concrete maatregelen die de FOD Justitie heeft genomen naar aanleiding van de eerste audit moeten nader worden geëvalueerd op hun doeltreffendheid en impact.
De rol en verantwoordelijkheid van de voormalige ministers van Justitie in dit dossier blijven onduidelijk door hun afwezigheid tijdens de hoorzittingen.
Er is nood aan een duidelijke en gecoördineerde strategie voor de digitalisering van de gehele federale overheid, waarbij de rol van BOSA mogelijk moet worden versterkt.
De financiering van toekomstige digitaliseringsprojecten en de bereidheid van de volgende regering om de nodige middelen vrij te maken, blijven een belangrijke bezorgdheid.
De concrete stappen die de FOD Justitie zal nemen om de interne expertise te versterken en de afhankelijkheid van externe consultants te verminderen, moeten nader worden toegelicht.
Conclusie:
De hoorzittingen werpen een kritisch licht op de digitalisering van Justitie in België. Ondanks aanzienlijke investeringen is de vooruitgang traag en gefragmenteerd, mede door een gebrek aan een overkoepelende strategie, coördinatieproblemen en inefficiënt projectbeheer. Het Rekenhof heeft cruciale aanbevelingen geformuleerd, en diverse stakeholders erkennen de noodzaak tot verbetering. De komende periode zal cruciaal zijn om te zien of de aangekondigde actieplannen en de verhoogde aandacht voor dit dossier zullen leiden tot de noodzakelijke transformatie van het Belgische Justitieapparaat. De parlementsleden benadrukken de urgentie van de situatie en de noodzaak tot transparantie en verantwoording bij de verdere stappen.