Opschorting
Wat is opschorting?
Opschorting van de uitspraak van de veroordeling is een
juridische maatregel waarbij de rechter de ten laste gelegde feiten bewezen
verklaart, maar geen veroordeling uitspreekt.
De vervolging
wordt beëindigd, tenzij de beslissing later wordt herroepen.
De wet
beschouwt opschorting als een bijzondere gunst, bedoeld voor situaties waarin:
- de strafzaak te ernstig is om te seponeren.
- een veroordeling, zelfs met uitstel, de reeds
behaalde verbetering of de reclassering van de beklaagde nadelig zou
beïnvloeden.
Onderscheid tussen gewone opschorting en probatieopschorting.
- Gewone opschorting: hieraan zijn, naast de
wettelijke voorwaarden, geen bijzondere voorwaarden verbonden.
- Probatieopschorting: de rechter kan
bijzondere voorwaarden opleggen.
Beide vormen
van opschorting worden toegepast als een gunst in situaties waarin een
strafzaak te ernstig is om te seponeren, maar een veroordeling de reclassering
van de beklaagde zou schaden.
Wettelijke toepassingsvoorwaarden.
Opschorting kan
worden toegepast als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- Instemming van de verdachte: de verdachte
moet akkoord gaan met de opschorting.
- Geen eerdere zware veroordeling: de
verdachte mag niet eerder veroordeeld zijn tot:
- een criminele straf.
- een hoofdgevangenisstraf van meer
dan zes maanden.
- een gelijkwaardige straf zoals
bepaald in artikel 99bis van het Strafwetboek.
- Maximale strafmaat: het feit mag niet
zwaarder bestraft worden dan vijf jaar correctionele gevangenisstraf of
een zwaardere straf.
- Bewezenverklaring: de tenlastelegging moet
bewezen zijn.
Wie moet de opschorting vragen?
Opschorting
kan:
- ambtshalve door de rechter worden gelast.
- gevorderd worden door het openbaar ministerie.
- gevraagd worden door de verdachte.
De beslissing
om opschorting toe te staan of te weigeren moet altijd gemotiveerd worden.
Automatische voorwaarden bij opschorting.
Bij opschorting
worden automatisch de volgende voorwaarden opgelegd:
- geen strafbare feiten plegen.
- een vast adres hebben en adreswijzigingen
onmiddellijk doorgeven aan de justitieassistent.
- gevolg geven aan oproepingen van de
probatiecommissie en de justitieassistent.
Duur van de proeftijd.
- de rechter bepaalt de duur van de proeftijd.
- de proeftijd moet minimaal 1 jaar en maximaal 5
jaar bedragen.
Uitzonderingen.
De probatiewet
sluit enkele inbreuken op bijzondere wetten uit van het toepassingsgebied van
opschorting.
Wie kan opschorting gelasten?
Opschorting kan
worden gelast door:
- Vonnisgerechten, met uitzondering van de
hoven van assisen.
- Onderzoeksgerechten, wanneer zij oordelen
dat de openbaarheid van de debatten de verdachte zou kunnen schaden of
zijn reclassering in gevaar zou brengen.
Gevolgen van de beslissing tot opschorting.
- Einde van de vervolging: indien de
opschorting niet wordt herroepen, stopt de vervolging.
- Geen vermelding bij administratieve instanties:
de beslissing wordt niet vermeld in administratieve dossiers.
- Wel vermelding bij gerechtelijke instanties:
bij nieuwe vervolgingen tijdens de proeftijd kan de opschorting worden
herroepen.
- Na een gunstige proeftijd:
- de feiten kunnen niet meer leiden
tot straffen of strafverzwaring wegens herhaling.
- de feiten kunnen niet opnieuw
vervolgd worden onder een andere kwalificatie.
Kosten, schadevergoeding en teruggave.
Bij opschorting
kan de beklaagde worden veroordeeld tot:
- gerechtskosten.
- bijzondere verbeurdverklaring.
- eventuele teruggave.
- schadevergoeding aan burgerlijke partijen.
Herroeping.
Opschorting kan
worden herroepen in de volgende gevallen:
- Van rechtswege herroeping:
- indien tijdens de proeftijd een
nieuw misdrijf wordt gepleegd dat leidt tot een criminele straf of een
hoofdgevangenisstraf van ten minste één maand, of een gelijkwaardige
straf zoals bepaald in artikel 99bis van het Strafwetboek.
- Herroeping bij verkeersmisdrijven:
- indien de beklaagde tijdens de
proeftijd een nieuw misdrijf pleegt dat leidt tot een veroordeling
krachtens de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het
wegverkeer.
- dit geldt ook als de opschorting oorspronkelijk werd verleend wegens een overtreding van de verkeerswetgeving of de artikelen 419 of 420 van het Strafwetboek.
Documentatie.
De opschorting is voorzien in de wet van 29 juni 1964 betreffende de
opschorting, het uitstel en de probatie.