De zaak Van Slooten tegen Nederland betreft een klacht van een Nederlandse moeder, Nathanie Sugandhi Sumithra Van Slooten, over de beëindiging van haar ouderlijk gezag over haar kind. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft geoordeeld dat er een schending van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (recht op respect voor privé- en familieleven) heeft plaatsgevonden.
Waar ging de zaak over?
De zaak draaide om de beslissing van de Nederlandse autoriteiten om het ouderlijk gezag van de moeder over haar kind te beëindigen. Het kind was op jonge leeftijd uit huis geplaatst vanwege zorgen over de thuissituatie, waaronder huiselijk geweld en instabiliteit. De moeder kreeg geen kans om haar opvoedingsvaardigheden volledig te laten beoordelen, en de autoriteiten besloten al vroeg dat gezinshereniging niet langer het doel was. De moeder voerde aan dat deze beslissing onterecht was en dat haar rechten onder artikel 8 waren geschonden.
Wat heeft het Hof beslist?
Het Hof oordeelde dat de Nederlandse autoriteiten onvoldoende inspanningen hebben geleverd om gezinshereniging te bevorderen en dat zij te snel hebben besloten dat dit niet langer haalbaar was. Belangrijke punten uit het oordeel zijn:
-
Onvoldoende onderzoek naar de opvoedingscapaciteiten van de moeder: De autoriteiten hebben geen diepgaande analyse uitgevoerd van de kwetsbaarheid van het kind en de mogelijkheden van de moeder om voor haar kind te zorgen.
-
Te vroege beëindiging van gezinshereniging als doel: De autoriteiten stopten al vier maanden na de uithuisplaatsing met pogingen om gezinshereniging te realiseren, zonder voldoende te onderbouwen waarom dit in het belang van het kind was.
-
Schending van artikel 8: Het Hof concludeerde dat de rechten van de moeder en het kind op familieleven onvoldoende waren beschermd. De beslissing om het ouderlijk gezag te beëindigen was niet proportioneel en onvoldoende onderbouwd.
Uitspraak
Het Hof stelde vast dat er een schending van artikel 8 was en kende de moeder een schadevergoeding van €20.000 toe voor immateriële schade. Het Hof benadrukte dat de belangen van het kind belangrijk zijn, maar dat de autoriteiten niet voldoende hebben gedaan om de band tussen moeder en kind te behouden of te herstellen.
Samenvattend heeft het Hof geoordeeld dat de Nederlandse autoriteiten te snel en zonder voldoende onderzoek hebben gehandeld bij het beëindigen van het ouderlijk gezag, wat leidde tot een schending van de rechten van de moeder en het kind.
Bron: https://hudoc.echr.coe.int/fre?i=001-242957