Waarom ook de benoeming van rechters ertoe doet – en we over de onafhankelijkheid van rechters moeten blijven praten - Jeroen De Mets
We begonnen deze reeks met een verwijzing naar artikel 6 EVRM en artikel 47 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie: iedereen heeft recht om voor een onafhankelijke en onpartijdige rechtbank te verschijnen. Om te bepalen of een rechtbank wel aan die vereisten voldoet, is de manier waarop rechters benoemd worden cruciaal. Er moeten duidelijke regels zijn, die alle arbitraire tussenkomsten in het benoemingsproces vermijden. Niet alleen moet het benoemingsproces integer zijn, maar rechters moeten ook op basis van verdienste geselecteerd worden. Volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens komt het recht op een eerlijk proces onder druk zonder technisch geschikte en moreel integere rechters.
In Europa bestaan heel wat verschillende systemen om rechters te benoemen. Meestal is het de uitvoerende macht die een rechter effectief benoemt, maar dat kan ook het parlement zijn (zoals bijvoorbeeld het geval is voor rechters van ons Grondwettelijk Hof). Wie rechters ook benoemt: na de benoeming moeten rechters beschermd zijn tegen druk. Het recht om een rechter te benoemen, betekent nog geen recht om die rechter daarna instructies te geven.
In de meeste Europese landen gebeurt de voorselectie van kandidaten door een raad voor de rechtspraak, zoals de Hoge Raad voor de Justitie in ons land. Omdat deze raden een essentiële rol spelen, is het belangrijk dat er voldoende garanties zijn om politieke inmenging te vermijden. Volgens het European Network of Councils for the Judiciary bestaat een raad voor de rechtspraak idealiter uit een meerderheid van leden van de gerechtelijke orde, maar is er daarnaast ook ruimte voor vertegenwoordigers van andere maatschappelijke organisaties. Leden van een raad van de rechtspraak moeten onafhankelijk kunnen werken. Als ze ontslagen worden, moeten ze dat ontslag bij een rechtbank kunnen aanvechten .
In ons land worden rechters formeel benoemd door de minister van Justitie, maar sinds een kwarteeuw worden kandidaat-rechters voorgedragen door de Hoge Raad voor de Justitie. Die werd opgericht in de nasleep van de affaire-Dutroux. Er was een grote maatschappelijke consensus gegroeid dat magistraten op basis van hun verdienste moesten worden gekozen, zonder dat hun politieke oriëntatie daarbij nog een rol mocht spelen.
De Hoge Raad voor de Justitie bestaat voor de helft uit magistraten die verkozen worden door alle leden van de rechterlijke orde en voor de helft uit leden die door de Senaat worden gekozen. De Hoge Raad voor de Justitie organiseert (anonieme) examens en selectieprocedures. Als er een vacature is, zal de Hoge Raad voor Justitie uiteindelijk een kandidaat aan de minister voorstellen. Hoewel de minister van Justitie een voordracht kan weigeren, is het in ons land traditie dat hij of zij de voorgedragen kandidaat benoemt. Als dat al eens niet gebeurt, heeft dat te maken met wettelijke of administratieve redenen. Hoewel daarover wel eens schamper wordt gedaan, is het een belangrijke waarborg voor onafhankelijke rechtspraak dat ons land rechters benoemt na een selectieproces waarin politiek geen rol meer speelt.
We moeten over onafhankelijke rechtspraak moeten blijven praten
Dit was meteen de laatste aflevering van deze tiendelige reeks over de onafhankelijkheid van de rechter. Deze week vroeg iemand waarom ik juist nu over dit onderwerp ben beginnen schrijven. Om dat te beantwoorden, kan ik verwijzen naar een citaat uit de Mercuriale van Procureur-Generaal Ria Mortier uit 2024:
“We mogen er ons absoluut gelukkig mee prijzen dat in ons land, en dit in tegenstelling tot andere landen, de rechtsstaat, als concept, niet ter discussie staat. Maar ook dit is niet zonder risico, omdat de vanzelfsprekendheid die ermee gepaard gaat de legitimiteit van de rechtsstaat evenzeer kan bedreigen. Wanneer immers niet voldoende vaak en openlijk wordt benadrukt hoe bijzonder het bestaan van de rechtsstaat is, zijn mensen zich wellicht ook te weinig bewust van de waarde ervan en worden zij misschien gemakkelijk aangetrokken tot alternatieven. Indien dit er toe leidt dat in een democratische rechtsstaat het concept ”rechtsstaat” als een weinig hip en sexy, eerder overbodig of belemmerend model plaats moet ruimen voor het meer populaire concept “democratie”, is dit niet zonder gevaar.”
Iedereen die de rechtsstaat belangrijk vindt, moet dus blijven uitleggen waarom zijn principes essentieel zijn. Er zijn gelukkig steeds meer initiatieven. Denk maar aan de Week van de Rechtstaat die VZW 400, de Hoge Raad voor de Justitie en het BELvue-museum dit jaar organiseerden. Een week lang bezochten rechtenstudenten scholen om met jongeren te spreken over hoe zij de toekomst van de rechtsstaat zien.
Omdat onafhankelijke rechtspraak een pijler van de rechtsstaat is, moeten rechters het belang ervan blijven benadrukken. Ik zou daarover een mooi slot kunnen bedenken, maar ik zou het niet beter kunnen dan raadsheer Pierre Thiriar dat deze week al deed:
“Laat dit dan de wens zijn voor het nieuwe jaar: dat wij rechters niet alleen integriteit toewensen, maar ook ruggengraat. Dat we niet alleen verlangen dat zij correct oordelen, maar ook dat zij durven bestaan. Niet geurloos, niet kleurloos, niet smakeloos. Een democratische rechtsstaat is niet gebaat bij magistraten die zich verschuilen. Zij heeft nood aan vrouwen en mannen die durven nadenken, durven spreken en – wanneer nodig – durven dwarsliggen. Niet tegen de politiek, niet tegen de samenleving, maar ten behoeve van beiden. Ik wens u allen het allerbeste voor 2026 en in het bijzonder: rechters met durf.”
De Mercuriale van Procureur-Generaal Ria Mortier vind je hier:
https://hofvancassatie.be/pdf/Mercuriales/NL/2024.pdf
Het artikel van raadsheer Pierre Thiriar vind je hier:
https://www.jubel.be/geurloos-kleurloos-smakeloos-de-mythe-van-de-perfecte-rechter/