Recht spreken is mensenwerk, geen lopendebandproductie: De onzichtbare
realiteit achter de werklast van een magistraat
In een K.B. tot vaststelling van de wijze waarop de werklast
van de magistraten van de zetel wordt geregistreerd, alsook de wijze waarop
deze geregistreerde gegevens worden geëvalueerd is er sprake van producten en
subproducten.
Het is niet de bedoeling hierop in detail in te gaan, maar
wel om uit te leggen hoe moeilijk de werklastmeting van de zetelende
magistratuur is, die niet kan vergeleken wordt met een product dat, met alle
respect voor de werknemer die het moet maken, altijd met dezelfde ingrediënten en op
dezelfde manier wordt gemaakt.
Indien u denkt dat elke uitspraak van elk soort
rechtscollege vergelijkbaar is met het maken van een product, dan bent u niet
goed op de hoogte van wat het werk precies inhoudt.
Daarom leg ik hierna hoe het werk van een magistraat eruit
ziet.
Het werk van de magistraat bestaat in grote lijnen uit
dossiergebonden activiteiten en niet dossiergebonden activiteiten.
Dossiergebonden activiteiten (maken van uitspraken).
Aantal zittingen en zaken per week
Alle magistraten van de zetel (magistraten die een
beschikking/bevel/vonnis/arrest maken) hebben één of meerdere zittingen per
week.
Op elke zitting worden een aantal zaken behandeld, waarvan
een aantal in staat zijn om een uitspraak te maken, al of niet na pleidooien
(toelichting op de zitting van het dossier).
Het aantal zaken per rechtscollege is zeer verschillend. Hieronder
zal ik wat meer concrete voorbeelden geven.
Voor de politierechtbanken bijvoorbeeld kunnen dit naar
gelang de aard van de zaak tientallen dossiers zijn op één zitting, voor andere
rechtscolleges zal dit meestal veel minder zijn.
Behandeling ter zitting en pleidooi.
Eenmaal een zaak klaar is om gepleit te worden (nadat
partijen schriftelijke besluiten hebben uitgewisseld (uiteenzetting van hun argumenten
en dit kan maanden duren) en van zodra er een plaats vrij is op de rol (kalender)
van het rechtscollege, kan er een datum bepaald worden om de zaak te pleiten.
Afhankelijk van het soort zaak en de vraag van partijen wordt
elke zaak gepleit.
De duur daarvan hangt af van het soort zaak, de complexiteit
van de zaak, de vraag van de advocaten, de vraag van de leden van het
rechtscollege en de aanwezigheid van
partijen.
Schriftelijke behandeling van een zaak.
Er bestaat ook een procedure van schriftelijke behandeling
van een zaak, waarbij de zaak niet gepleit wordt maar onmiddellijk in beraad
wordt genomen.
In principe zou je op die manier op elke zitting meerdere tientallen zaken kunnen
behandelen en in beraad nemen, maar het probleem is dat alle magistraten elke
week opnieuw één of meerdere zittingen hebben met nieuwe zaken.
Uitspraak.
De zaak die de week voordien in beraad werden genomen, moet
in principe klaar zijn voor uitspraak tegen de volgende zitting. Dit is in de
praktijk totaal onmogelijk en dat snappen de meeste burgers niet.
In principe moet de uitspraak binnen de maand gebeuren.
Gebeurt dit niet dan zijn er verschillende mechanismen in de wet voorzien om de
magistraten te wijzen op het feit dat de zaak niet is uitgesproken. Er kunnen
ook sancties genomen worden in ernstige gevallen van vertraging.
Hoeveel tijd neemt de behandeling van een zaak (lectuur en uitspraak) in beslag?
Een dossier dat klaar is om er een uitspraak in te maken,
bevat verschillende tijdselementen.
Eerst en vooral de pleidooien.
Daarna de lectuur van het dossier: er zijn meerdere gegevens
die de magistraat moet lezen:
·
de gegevens die eventueel genoteerd werden bij
de pleidooien,
·
het dossier zelf (dat kan oplopen van enkele
bladzijden tot honderden bladzijden),
·
de besluiten (schriftelijke argumenten van alle
partijen) die kunnen oplopen van enkele bladzijden tot meerdere tientallen
bladzijden. Meer dan 100 bladzijden komt ook geregeld voor bij milieuzaken,
bouwzaken, fiscale zaken, ingewikkelde strafzaken en fiscale zaken, enz.
·
de opzoekingen naar de verwijzingen in de besluiten
en het doornemen van de rechtspraak in de besluiten opzoeken.
De rechtspraak wordt immers in de meeste gevallen niet gevoegd bij de besluiten
en de magistraat moet zelf de databanken raadplegen indien digitaal
beschikbaar.
·
tenslotte moet de magistraat zelf opzoekingen
doen naar rechtspraak ook europees ( EHRM – Hof van Justitie) om zijn
argumenten toe te lichten.
De magistraten beschikken over een toegang
tot een aantal juridische databanken, maar zeker niet allemaal. Voor de meeste burgers is dit onbegrijpelijk,
maar ik verzeker u voor de magistraten zelf ook. Ook niet alle handboeken zijn
beschikbaar waardoor opvraging soms moet gebeuren bijvoorbeeld bij de FOD
Justitie.
Tenslotte moet de rechter na studie van alle elementen zich
een oordeel vormen aan de hand van het dossier, de besluiten en de rechtspraak
en uiteindelijk de uitspraak zelf maken en typen.
Kamer met drie rechters.
Wanneer een rechtscollege zetelt met drie rechters, moeten
alle rechters de dossiers en de uitspraak bekijken om te zien of zij akkoord
kunnen gaan met het project dat werd opgesteld door één van de rechters, na
beraad over de zaak met de drie rechters.
Na opmerkingen van één of meerdere leden van de kamer, moet
het project eventueel aangepast worden.
Referendarissen.
In een aantal gevallen kunnen magistraten beroep doen op
referendarissen, maar het is absoluut niet zo dat iedere magistraat beroep kan
doen op een referendaris, wel integendeel. Er zijn ook geen schrijfjuristen
zoals in Nederland.
Plaatsvervangers.
In geval van ziekte of bij verhindering van een magistraat
bijvoorbeeld wegens een opleiding, kan wel beroep gedaan worden op
plaatsvervangende magistraten.
Zij worden niet vergoed en maken ook geen projecten van
uitspraken. Dit is wel anders met plaatsvervangende magistraten die worden
aangewezen voor een bepaalde tijd.
De vergoedingen van deze laatste zijn hoe dan ook
ondermaats.
Complexiteit van de zaak en de wetgeving.
Al naargelang de aard van het rechtscollege kan de
complexiteit van een zaak eenvoudig zijn of zeer moeilijk en ingewikkeld.
Feit is hoe dan ook, dat eenvoudige zaken in de meeste
rechtscollges niet zoveel meer voorkomen en in veel gevallen op een andere
manier worden opgelost dan voor de rechtbank/hof.
De complexiteit van de wetgeving en de wijzigingen zijn ook enorm toegenomen en
vergen de nodige studie. De magistraten moeten ook meer rekening houden met
europese wetgeving , zowel van het europees hof voor de rechten van de mens als
van het hof van justitie, waarbij dikwijls
uitleg moet worden gevraagd over bepaalde wetgeving.
Waarom geen enkele zaak dezelfde is?
Er worden allerhande pogingen gedaan om de werklast van de
magistraten te beoordelen, maar dit is niet eenvoudig. Ik licht dit toe aan de
hand van twee voorbeelden
Eerste voorbeeld.
Stel u voor een diefstal met braak door 1 persoon, die
betrapt werd op heterdaad en een diefstal met braak door verschilende personen,
na grondig onderzoek.
Niet alleen zal het dossier niet hetzelfde zijn in volume,
maar bovendien zal de afhandeling van de zaak veel meer tijd in beslag nemen en
uitgebreider zijn door het aantal bladzijden van het dossier, door het aantal besluiten en door de beslissing van de rechter
die moet antwoorden op alle besluiten van de verschillende partijen.
Tweede voorbeeld.
Een groot dossier met duizenden bladzijden, een groot aantal
verdachten en zeer veel besluiten komt voor de rechtbank.
Onnodig te zeggen dat de behandeling alleen al verschillende
dagen in beslag kan nemen, maar ook het beraad en de uitspraak.
Er worden straffen uitgesproken met voorwaarden.
Dezelfde zaak komt later opnieuw voor de rechtbank omdat één
van de veroordeelden zijn voorwaarden niet naleeft.
In dat geval moet het ganse dossier en de grond van de zaak
niet meer behandeld worden, doch enkel de vraag waarom de voorwaarde(n) niet
werd/werden nageleefd.
Dit maakt natuurlijk en enorm verschil in tijd uit.
Niet dossiergebonden activiteiten.
Naast de behandeling van de zaken zijn er een aantal niet
dossiergebonden activiteit die ongeveer 15 à 20% of meer van hun tijd in beslag
nemen. Ik som er hierna enkele op
Met niet dossiergebonden activiteiten worden onder meer
volgende activiteiten bedoeld:
-
Verplicht volgen van een aantal opleidingen
-
Volgen van opleidingen ivm de materie die de
magistraten behandelen,
-
Deelname aan allerhande commissies;
-
Opleiding van magistraten in opleiding;
-
Deelname aan werkvergaderingen en algemene
vergaderingen;
-
Evaluatiegesprekken;
-
Zelfstudie ivm de materie die men behandelt
-
Enz
Is een werklastmeting mogelijk?
M.i. is een werklastmeting zeker mogelijk. Er moet wel
voldaan worden aan een aantal voorwaarden. Ik som er enkele op.
De meting moet objectief gebeuren en door bevoegde personen.
Bij een aantal werklastmetingen werd vastgesteld dat men niet eens op de hoogte
was van de gerechtelijke structuur en de inhoud van het werk.
Magistraten moeten kunnen meewerken om de totstandkoming van
“producten” en “subproducten” toe te lichten.
De meting moet objectief gebeuren en niet in functie van een
vooraf bepaald bedrag dat kan besteed worden door de magistratuur aan
uitspraken.
Er moeten in het begin regelmatige evaluaties gebeuren om de
tijden bij te werken.
Nadat normtijden werden bepaald voor de producten en de subproducten,
moet elke individuele magistraat de mogelijkheid hebben om de tijd aan te
passen onder controle van de korpsoverste en/of derden. De reden hiervoor werd
hierboven uitgelegd.
Wat is het verschil tussen doorlooptijden en normtijden?
Doorlooptijden hebben betrekking op de tijd die nodig is
voor de behandeling van de zaak vanaf de start tot het einde. Dit item wordt
hier niet behandeld.
Normtijd is de tijd die na een werklastmeting bepaald wordt
voor de behandeling van een bepaald “product” of “subproduct”.
Enkele voorbeelden van het aantal zaken per zitting
Politierechtbank
West-Vlaanderen
-
17.686
strafrechtelijke vonnissen
o
Afdeling
Brugge: 4 zittingen per week
o
Afdeling
Kortrijk: 4 zittingen per week
o
Afdeling
Ieper: 1 zitting per week
o
Afdeling:
Veurne: 1 zitting per week
o
Totaal:
wekelijks 10 strafrechtelijke zittingen – gemiddeld 50 à 60 zaken per zitting
-
542
burgerrechtelijke vonnissen
-
240
machtigingen tot visitaties (o.m. douane en accijnzen, veiligheid voedselketen,
fiscaliteit, dierenwelzijn…°
Vredegerechten
West-Vlaanderen – 17 kantons
-
16.593
eindvonnissen per jaar (A-rol = algemeen bevoegdheid: huurgeschillen,
invorderingen, mede-eigendom, burengeschillen, consumentenkrediet,
erfdienstbaarheden …)
-
19.842
beschikkingen per jaar (vnl. in kader van bewindvoering en gedwongen opname)
-
4059
verzoeningszittingen
-
12.500
openstaande dossiers bewindvoering (dus 12.500 personen staan onder
bewindvoering)
-
1.377
beslissingen gedwongen opname (thans is de term: personen met psychiatrische
aandoening).
Ondernemingsrechtbanken Antwerpen/Limburg
Dienst rechtspersonen: +/-100.000 aktes per jaar, waarvan
zowat de helft digitaal (maar let wel: het zijn de minst complexe akten die
digitaal neergelegd worden);
Kamer voor Ondernemingen in Moeilijkheden: +/-6.800 dossiers
per jaar - het management hiervan evenals de aansturing en opleiding van de
rechter-verslaggevers (lekenrechters) wordt in de werklastmeting beschouwd als
"niet-dossiergebonden".
Insolventie: 3.000 nieuwe faillissementen per jaar, 3.000
afsluitingen - opvolging van continu zowat 8.000 lopende
faillissementsdossiers - de opvolging hiervan evenals de aansturing en
opleiding van de rechters-commissarissen (lekenrechters) wordt in de
werklastmeting beschouwd als "niet-dossiergebonden - de behandeling van de
kwijtscheldingen en beroepsverboden wordt niet meegeteld. Daarnaast: zowat 200
GRP en soortgelijke dossiers (overdracht, besloten GRP, besloten voorbereiding
faill) per jaar. Dat laatste lijkt in aantal weinig, maar deze dossiers zijn
bijzonder tijdsintensief. En ook hier dienen de lekenrechters
("gedelegeerd rechters") aangestuurd en opgeleid te worden.
Geschillen: +/- 13.000 dossiers per jaar.
FAQ
Waar vind ik gegevens over de laatste werklastmeting?
https://www.rechtbanken-tribunaux.be/nl/college/publicaties/het-tijdsbestedingsonderzoek
Waar vind ik de gegevens van de verschillende rechtscolleges
van het jaar 2024 en voordoen.
https://www.rechtbanken-tribunaux.be/nl/statistieken
Voorbeelden van het aantal zaken per rechtscollege voor het jaar 2024
Hierna vindt u bij wijze van voorbeeld het aantal nieuwe zaken
per jaar en het aantal afgehandelde zaken.
Voor een volledig begrip kan u voor elk soort rechtscollege
de cijfers bekijken via de rubriek “statistieken”.
Vredegerechten
Burgerlijke zaken:
Nieuwe zaken: 422.405
Uitgesproken zaken: 425.021
Dossiers bewindvoeringen
Nieuwe zaken: 15.839
Hoven van beroep
Burgerlijke zaken
Nieuwe Burgerlijke zaken: 12.657
Uitgesproken zaken: 14.740
Correctionele zaken
Nieuwe zaken: 7.421
Uitgesproken zaken: 7.403
Jeugdzaken:
Nieuwe zaken: 1.585
Afgehandelde zaken: 1.601
Kamer van Inbeschuldigingstelling
Nieuwe zaken: 12.813
Afgehandelde zaken: 12.497
Assisen:
Nieuwe zaken: 69
Afgehandeld: 71
Rechtbanken eerste aanleg
Burgerlijk
Nieuwe zaken: 62.591
Afgesloten zaken: 77.663
Strafzaken
Nieuwe zaken: 56.053
Afgesloten zaken: 53.693
Familiezaken
Nieuwe zaken: 62.962
Afgesloten zaken: 73.193
Gerechtelijke onderzoeken
Nieuwe zaken: 15.777
Afgesloten zaken: 15.005
Internationale onderzoeken
Nieuwe zaken: 1.291
Afgehandeld: 1.188
Mini-onderzoeken
Nieuwe zaken: 7.055
Afgehandeld: 6.551
Politierechtbanken
Strafzaken
Nieuwe zaken: 149.899
Afgesloten zaken: 148.499
Burgerlijke zaken
Nieuwe zaken: 5.996
Afgesloten zaken: 6391
Ondernemingsrechtbanken
Onderneminsgzaken
Nieuwe zaken: 68.323
Afgehandelde zaken: 64.176
Insolventiedossiers
Nieuwe zaken: 17.718
Afgehandelde zaken: 16.409
Arbeidshoven
Nieuwe zaken: 3.148
Uitgesproken zaken:3.675
Arbeidsrechtbanken
Sociale zaken
Nieuwe zaken: 38.855
Afgehandelde zaken: 42.586
Collectieve schuldenregeling
Nieuwe zaken: 8.045
Afgehandeld: 14.409
Besluit
Stop met de magistratuur te shamen dat men geen werklastmeting
wil en dat men onvoldoende werkt.
De realiteit is dat een rechterlijke uitspraak zich niet
laat vergelijken met een industrieel fabrieksproduct. Waar een fysiek product
in een fabriek telkens met dezelfde ingrediënten en via een vast procedé wordt
vervaardigd (en dat doet geen afbreuk aan hun werk), is in de rechtspraak geen
enkel dossier identiek.
Een "product" in de zin van het K.B. (zoals het
K.B. van 3 mei 2024 dat de werklastmeting regelt) suggereert uniformiteit, maar
de praktijk is weerbarstiger.
Een eenvoudige diefstal met braak door één dader vergt een
fractie van de tijd vergeleken met een diefstal door een bende met complexe
vertakkingen, hoewel ze statistisch soms als hetzelfde "product" (een
vonnis) tellen.
De ingrediënten – het aantal partijen, de omvang van het
dossier (van enkele tot honderden bladzijden), en de complexiteit van de
conclusies – verschillen dagelijks.
Daarnaast bestaat het werk van een magistraat uit veel meer
dan enkel uitspraken wijzen. Ongeveer 15 à 20% van de tijd gaat naar
niet-dossiergebonden taken die essentieel zijn voor de kwaliteit, maar
onzichtbaar in pure output-cijfers. Denk aan permanente vorming (noodzakelijk
door steeds wijzigende wetgeving), het opleiden van stagiairs, en deelname aan
vergaderingen en commissies enz.
Een rechterlijke uitspraak heeft verstrekkende gevolgen voor
mensenlevens.
Het proces van luisteren, lezen, opzoeken, controleren en
formuleren kan niet zonder meer geautomatiseerd worden of strikt afgemeten
worden. Geen enkele zaak is dezelfde.
De werklastmeting vergt een grondig onderzoek dat moet
omgeven worden met een aantal waarborgen en regelmatige evaluaties waarbij
kwaliteit telt boven pure kwantiteit.
Een uitspraak vereist
menselijk intellect, nuance en grondigheid.
De beperkte middelen en de constante instroom van nieuwe
zaken zorgen voor een hoge druk op dit zorgvuldige proces.
Komt daarbij dat een magistraat nooit goed kan doen. Voor de
eisende partij is het altijd te weinig en voor de verwerende partij is het
altijd teveel.