Juristocratie: Wanneer rechters de baas spelen?
Normaal gesproken zijn we in een democratie: wij kiezen
politici (het parlement en de regering), en die politici maken de wetten en
bepalen het beleid. Zij zijn onze vertegenwoordigers en hebben het laatste
woord, natuurlijk wel met respect voor de rechten van iedereen.
Maar de term 'juristocratie' wordt gebruikt om een
situatie te beschrijven waarin dat andersom is: niet de gekozen politici,
maar rechters bepalen wat er gebeurt met belangrijke wetten en beleidskeuzes.
Het is dan alsof rechters boven de wetgever (de politici) gaan staan. Ze kunnen
wetten of beslissingen van de regering ongedaan maken (bijvoorbeeld door
te zeggen dat ze in strijd zijn met de grondwet of internationale afspraken),
zonder dat de politici daar nog iets tegen kunnen doen of in beroep kunnen gaan
tegen die uitspraak. Rechters zijn niet gekozen, maar krijgen dan de bevoegdheid
om politieke beslissingen te nemen of terug te draaien op basis van hun
interpretatie van de grondwet of verdragen.
Waarom dit een probleem kan zijn (volgens critici):
- Scheiding
der machten: Critici vinden dat dit het principe van de 'scheiding der
machten' in gevaar brengt. Dat principe zegt dat de wetgevende (politici),
uitvoerende (regering) en rechterlijke macht (rechters) los van elkaar
moeten zijn en elkaar in evenwicht moeten houden. Bij juristocratie
ontstaat er juist een hiërarchie, waarbij rechters de wetgevende macht
kunnen 'overrulen'.
- Democratie
uitgehold: Sommige mensen waarschuwen dat dit het democratische
karakter van een land aantast en de stem van de kiezer minder belangrijk
maakt. Want als rechters, die niet door ons gekozen zijn, de uiteindelijke
beslissingen nemen over het beleid, wat is dan nog de waarde van onze stem
bij verkiezingen?
Wanneer is het GEEN juristocratie?
Het is belangrijk om te weten dat rechters niet meteen
een juristocratie creëren als ze wetten ongeldig verklaren. Dat is namelijk
onderdeel van hun normale werk binnen een rechtsstaat. Rechters mogen wetten
toetsen aan de grondwet of internationale verdragen, en als ze dat doen zoals
de wet het voorschrijft, voeren ze gewoon hun taak uit. Ze doen dan hun werk
binnen het systeem van de rechtsstaat en de scheiding der machten.
Wanneer spreken critici dan wel van juristocratie?
De term 'juristocratie' wordt vooral gebruikt als kritiek.
Dit gebeurt wanneer:
- Rechters
een zó dominante rol krijgen bij het bepalen van beleid en
wetgeving dat de macht van het democratisch gekozen parlement en de
regering sterk wordt ingeperkt.
- De
rechterlijke macht structureel (dus steeds weer) het laatste
woord krijgt over belangrijke maatschappelijke keuzes.
- Rechters
de wetgever feitelijk kunnen 'overrulen' zonder dat er nog verdere
controle of een manier is om dit te corrigeren.
- Rechters
een overheersende, 'bepalende' rol krijgen in het beleid, en dit buiten
het normale evenwicht van de scheiding der machten omgaat.
Kortom, het is vooral een politieke of filosofische
discussie. Het draait om de vraag: wanneer gaat gewone, noodzakelijke
rechtspraak te ver en krijgen rechters te veel macht? Veel hangt af van of
er nog genoeg democratische controle, balans en legitimiteit is tussen de
verschillende machten.