Printvriendelijk afdrukken

dinsdag 29 juli 2025

Communicatie Centrale Raad voor Gevangenistoezicht en Federaal Instituut voor de bescherming en promotie van de Rechten van de Mens

Bron

Dit document is een officiële communicatie van twee belangrijke Belgische organisaties: de Centrale Raad voor Gevangenistoezicht (CCSP) en het Federaal Instituut voor de Bescherming en Promotie van de Rechten van de Mens (IFDH). Zij controleren of België zich houdt aan internationale afspraken over mensenrechten, vooral in gevangenissen. Dit document sturen ze naar de ministers van de Raad van Europa, die erop toezien dat landen zich aan de uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens houden.



De zaak 'Jeanty tegen België': Wat is er gebeurd en waarom is het belangrijk?

Q1: Wat gebeurde er precies in de zaak "Jeanty tegen België"? A: De zaak gaat over een man genaamd Jeanty. Terwijl hij in 2011 in de gevangenis van Aarlen zat, had hij ernstige psychische problemen en probeerde hij meerdere keren zelfmoord te plegen. Na deze zelfmoordpogingen werd hij als straf naakt, met een helm op en handboeien aan, in een isoleercel geplaatst. En dat terwijl hij psychische problemen had. Het ergste was dat gedurende de eerste 24 uur geen dokter hem heeft bezocht. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens vond dit een "vernederende behandeling", zelfs als het niet de bedoeling was hem te vernederen. Daarnaast liep het onderzoek naar deze gebeurtenissen ongelooflijk traag en was het heel oppervlakkig. Niemand die erbij betrokken was, werd gehoord, en de zaak werd uiteindelijk geseponeerd. Het Hof oordeelde dat dit onderzoek "niet effectief" was.

Q2: Waarom is deze zaak zo belangrijk voor België? A: Deze zaak is superbelangrijk omdat het Hof duidelijk heeft gemaakt dat België op twee punten de mensenrechten van gedetineerden heeft geschonden:

  • De manier waarop Mr. Jeanty werd behandeld (het naakt isoleren met handboeien en helm, zonder medische opvolging) was onmenselijk en vernederend. Dit noemen ze een schending van het materiële aspect van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
  • Het gebrekkige onderzoek naar de klachten over mishandeling was ook een probleem. Dit noemen ze een schending van het procedurele aspect van artikel 3. De zaak legt dus structurele problemen bloot in Belgische gevangenissen, vooral wat betreft de zorg voor gedetineerden met psychische problemen en hoe klachten over mishandeling worden afgehandeld.

De problemen in Belgische gevangenissen volgens de CCSP en IFDH

Q3: Wat zijn de belangrijkste problemen die de CCSP en IFDH hebben vastgesteld in Belgische gevangenissen na deze uitspraak? A: De CCSP en IFDH hebben gekeken naar de actieplannen van de Belgische overheid en zeggen dat de situatie nog steeds niet goed genoeg is. Ze zien vijf grote problemen:

  • Een structureel tekort aan psychiatrische zorg voor gedetineerden.
  • Onvoldoende middelen en opleidingen voor het personeel om mishandeling te voorkomen.
  • Het aanhoudende gebruik van dwang- en veiligheidsmaatregelen die de menselijke waardigheid aantasten.
  • Het gebruik van "naakte cellen" (isoleercellen zonder meubels, waar gedetineerden gedwongen naakt zijn).
  • De ineffectiviteit van interne beroepsmogelijkheden bij klachten over slechte behandelingen.

Gedetailleerde uitleg van de problemen

Q4: Is er genoeg psychiatrische hulp beschikbaar in de gevangenissen? A: Nee, absoluut niet. De CCSP en IFDH zeggen dat de situatie "niet noemenswaardig is verbeterd". Steeds meer gedetineerden krijgen psychische problemen, en zelfmoordgedachten en -pogingen komen veel vaker voor in de gevangenis dan daarbuiten. Gedetineerden met psychische problemen worden vaak "onzichtbaar" en krijgen geen passende zorg. Het Hof zei al dat Mr. Jeanty leed onder dit "structurele tekort aan psychiatrische zorg".

De overheid noemt wel enkele maatregelen, zoals het verbeteren van de medische functie in de gevangenis en het aannemen van meer psychologen. Maar de CCSP en IFDH vinden dit onvoldoende, omdat het gaat om een tekort aan psychiaters, niet alleen psychologen. De rechter heeft zelfs benadrukt dat een psychiater in de zaak Jeanty nodig was.

  • België heeft een van de hoogste zelfmoordcijfers in gevangenissen van Europa.
  • Veel gevangenissen, zoals Aarlen en Tongeren, hebben geen vaste psychiater.
  • Zelfs in gespecialiseerde afdelingen is er een schreeuwend tekort aan psychiatrische zorg, waardoor patiënten vaak alleen hulp krijgen bij crises, of zelfs helemaal geen psychosociale begeleiding.
  • België had in 2020 slechts 0,2 psychiaters per 1000 gevangenen, terwijl het Europees gemiddelde 1,3 is.
  • Er zijn geen duidelijke procedures voor het overbrengen van suïcidale gedetineerden naar een psychiatrische spoedeisende hulpeenheid of een gespecialiseerde afdeling. Hierdoor is de kans groot dat autoriteiten blijven teruggrijpen op isolatiecellen en fysieke dwang, bij gebrek aan betere alternatieven.

Q5: Wordt het gevangenispersoneel goed getraind om mishandeling te voorkomen, vooral bij suïcidale gedetineerden? A: Nee, de huidige "hulpmiddelen en trainingen zijn onvoldoende". Het is cruciaal om te voorkomen dat de maatregelen die genomen worden om zelfmoord te voorkomen (zoals bij Mr. Jeanty), zelf leiden tot onmenselijke of vernederende behandelingen.

  • Hoewel er handleidingen zijn voor zelfmoordpreventie (zoals de "Gids voor een beleid ter preventie van zelfmoord"), hebben veel gevangenissen geen eigen specifiek protocol voor suïcidegevaar.
  • De huidige gidsen zijn te algemeen. Ze benoemen niet expliciet de praktijken die in strijd zijn met mensenrechten, zoals gedwongen naaktheid of het langdurig vastbinden. Daardoor kunnen dit soort misstanden, zoals in de zaak Jeanty, blijven voorkomen.
  • De CCSP en IFDH benadrukken dat er systematische trainingen moeten komen voor al het gevangenispersoneel over wat wel en niet mag bij suïcidegevaar, waarbij de zaak Jeanty als voorbeeld van verboden behandeling kan dienen. Ook moeten personeelsleden worden geïnformeerd over hun recht om misstanden te melden als klokkenluider.

Q6: Worden dwang- en veiligheidsmaatregelen zoals vastbinden of naakt plaatsen nog steeds gebruikt en is dit legaal? A: Ja, dit soort maatregelen die de waardigheid aantasten, blijven voorkomen. De algemene maatregelen die België heeft voorgesteld, bieden onvoldoende garanties om dit soort onmenselijke behandelingen te voorkomen.

  • Hoewel er regels zijn voor het gebruik van veiligheidscellen, staat de wet niet toe om iemand urenlang geboeid, met een helm op en/of naakt te laten. Een helm is bijvoorbeeld uitrusting voor het personeel, niet voor gedetineerden.
  • Maatregelen moeten noodzakelijk en proportioneel zijn en regelmatig opnieuw worden beoordeeld. De huidige instructies vermelden echter niet expliciet het verbod op gedwongen naaktheid of het langer dan strikt noodzakelijk vasthouden van iemand.
  • Vaak worden deze praktijken toegepast bij gebrek aan geschikte faciliteiten of minder ingrijpende protocollen.
  • De dagelijkse doktersbezoeken aan mensen in isolatie, die verplicht zijn, zijn vaak kort en oppervlakkig, en lijken niet op een echt medisch onderzoek.
  • Belangrijke aanbevelingen van het CPT (het Comité voor de Preventie van Foltering, dat gevangenissen controleert), zoals het onmiddellijk stopzetten van naakt isoleren en het snel verwijderen van dwangmiddelen, zijn niet opgenomen in de huidige richtlijnen.

Q7: Hoe zit het met het gebruik van 'naakte cellen'? A: Mr. Jeanty werd in een beveiligde isoleercel geplaatst, waar al zijn bezittingen, inclusief matras en deken, werden verwijderd en hij naakt werd gelaten voor zijn eigen veiligheid. De CCSP en IFDH stellen dat dit verder gaat dan wat de wet toestaat als "bijzondere veiligheidsmaatregelen".

  • Het CPT heeft al eerder aanbevolen om het gebruik van "disciplinaire cellen/naakte cellen" bij psychiatrische noodsituaties stop te zetten. Zij pleiten voor afspraken met ziekenhuizen met psychiatrische spoedbedden, waar gedetineerden met acute problemen naartoe kunnen.
  • De huidige Belgische instructies en gidsen houden zich niet aan deze aanbeveling. Ze zouden moeten worden aangevuld om dit aan te pakken.

Q8: Worden klachten over mishandeling door gevangenispersoneel effectief onderzocht? A: De CCSP en IFDH vinden de huidige aanpak onvoldoende om te garanderen dat klachten over onmenselijke of vernederende behandelingen goed worden onderzocht.

  • Een onderzoek moet leiden tot de identificatie en bestraffing van de verantwoordelijken; anders is het verbod op foltering en onmenselijke behandeling in de praktijk waardeloos.
  • In de zaak Jeanty was het onderzoek ineffectief door de traagheid van het parket en het feit dat de onderzoeksrechter geen betrokkenen heeft gehoord. Algemene maatregelen om achterstanden weg te werken, zijn niet genoeg.
  • Wat betreft disciplinaire procedures tegen gevangenispersoneel: de overheid vermeldt wel algemene statistieken, maar geeft niet specifiek aan hoeveel disciplinaire procedures er tegen gevangenispersoneel zijn gestart of welke straffen zijn opgelegd. De CCSP en IFDH willen dat er jaarlijks transparante statistieken hierover worden gepubliceerd.
  • De bestaande klachten- en beroepscommissies zijn niet bevoegd voor klachten over mishandeling door personeel; zij behandelen alleen beslissingen van de gevangenisdirectie. Ze kunnen dus geen personeelsleden straffen.
  • De CCSP en IFDH adviseren dat de gevangenisdirectie bij elke klacht over mishandeling de slachtoffers snel moet horen, informeren over hun rechten (zoals een klacht indienen bij het parket of zich burgerlijke partij stellen), en hen helpen bij deze stappen.

Conclusies en Aanbevelingen

Q9: Wat zijn de conclusies en aanbevelingen van de CCSP en IFDH? A: De CCSP en IFDH concluderen dat de algemene maatregelen die België heeft voorgesteld onvoldoende zijn om de uitspraak in de zaak Jeanty uit te voeren en soortgelijke schendingen in de toekomst te voorkomen. Ze vragen het Comité van Ministers het dossier te behandelen onder een "versterkte toezichtsprocedure".

Ze adviseren de Belgische autoriteiten het volgende te doen:

  • Over psychiatrische zorg:

    • Ervoor zorgen dat alle gedetineerden met psychische problemen toegang hebben tot psychiatrische zorg.
    • Exacte cijfers leveren over de behandelingen door psychiaters in elke gevangenis en het aantal beschikbare psychiaters (intern en extern).
    • Informatie geven over de procedures en de voortgang van contracten met ziekenhuizen voor de overplaatsing van suïcidale gedetineerden naar psychiatrische spoedeisende hulpeenheden.
  • Over middelen en training om mishandeling te voorkomen:

    • De bestaande richtlijnen (zoals de "Gids voor een beleid ter preventie van zelfmoord") aanvullen met concrete voorbeelden van verboden praktijken, zoals het gebruik van dwangmaatregelen die de waardigheid aantasten, en het plaatsen in een "naakte cel".
    • Systematische trainingen organiseren voor al het gevangenispersoneel over de juiste en onjuiste reacties op suïcidegevaar, waarbij de zaak Jeanty als voorbeeld wordt gebruikt.
    • Personeel informeren over de mogelijkheid om mensenrechtenschendingen te melden en daarbij klokkenluidersbescherming te genieten.
  • Over het gebruik van "naakte cellen":

    • Het gebruik van "disciplinaire cellen" en/of "naakte cellen" bij psychiatrische noodsituaties afschaffen. In plaats daarvan moeten er afspraken worden gemaakt met ziekenhuizen in de buurt die acute psychiatrische bedden beschikbaar hebben.
  • Over de effectiviteit van klachten en onderzoeken:

    • In een publiek en bindend document (zoals een circulaire) vastleggen dat de gevangenisdirectie bij elke klacht of aanwijzing van mishandeling verplicht is om:
      • Het slachtoffer zo snel mogelijk te horen.
      • Het slachtoffer te informeren over zijn/haar rechten en de procedures (zoals een klacht indienen bij het parket of zich burgerlijke partij stellen).
      • Deze stappen te vergemakkelijken.
    • Jaarlijks, transparant en toegankelijk, statistieken publiceren over disciplinaire procedures tegen gevangenispersoneel (aantal procedures, type feiten, opgelegde sancties).