Uitspraak van het Hooggerechtshof van het Verenigd
Koninkrijk in de zaak "For Women Scotland Ltd v The Scottish
Ministers".
Waar ging de zaak over? De kern van deze zaak
draaide om de juridische betekenis van "geslacht" (sex) en
"vrouw" in de Equality Act 2010 (EA 2010), een belangrijke wet
die discriminatie verbiedt. De vraag was of een biologische man die een Gender
Erkenning Certificaat (GRC) heeft verkregen, en daardoor juridisch als vrouw
wordt erkend onder de Gender Recognition Act 2004 (GRA 2004), ook voor alle doeleinden
van de Equality Act 2010 als "vrouw" moet worden beschouwd.
Achtergrond van de zaak:
• Equality Act 2010 (EA 2010): Deze wet
beschermt mensen tegen discriminatie op basis van verschillende kenmerken,
waaronder "geslacht" en "genderreassignment"
(geslachtsverandering). Volgens de wet is "vrouw" een vrouw van elke
leeftijd en "man" een man van elke leeftijd.
• Gender Recognition Act 2004 (GRA 2004): Deze
wet maakt het mogelijk voor een persoon om van juridisch geslacht te veranderen
door een GRC te verkrijgen. Sectie 9(1) van de GRA 2004 stelt dat zodra een
volledig GRC is uitgegeven, het geslacht van de persoon "voor alle
doeleinden" het verworven geslacht wordt (bijvoorbeeld, als het verworven
geslacht vrouwelijk is, wordt de persoon juridisch een vrouw). Maar Sectie 9(3)
voegt eraan toe dat deze regel onderworpen is aan bepalingen in de GRA
2004 zelf of andere wetten.
• De Schotse Wet en Richtlijnen: De Schotse
regering had richtlijnen uitgegeven voor een wet (de Gender Representation on
Public Boards (Scotland) Act 2018) die tot doel had 50% vrouwen in openbare
besturen te hebben. In eerdere richtlijnen werd de definitie van
"vrouw" in deze wet, die transvrouwen omvatte die als vrouw leefden
en een geslachtsverandering ondergingen, onwettig verklaard omdat het buiten de
bevoegdheden van het Schotse parlement viel. Hierna gaf de Schotse regering
nieuwe richtlijnen uit, waarin stond dat een persoon met een GRC wiens
verworven geslacht vrouwelijk is, juridisch een "vrouw" is voor de
doeleinden van de 2018-wet, en meetelt voor het 50%-doel. For Women Scotland,
een feministische organisatie, betwistte deze nieuwe richtlijnen.
Wat heeft het Hooggerechtshof besloten? Het
Hooggerechtshof heeft besloten dat de richtlijnen van de Schotse regering onjuist zijn.
De rechtbank concludeerde dat de woorden **"geslacht,"
"vrouw" en "man" in de Equality Act 2010 (EA 2010) **altijd
en alleen verwijzen naar biologisch geslacht [219, 264,
226(xviii)].
De Belangrijkste Redenering van het Hof (in eenvoudige
taal):
Het Hof keek of de EA 2010 bepalingen bevatte die de
"voor alle doeleinden"-regel van de GRC (Sectie 9(1) GRA 2004)
terzijde schoven via Sectie 9(3) GRA 2004. Het Hof vond van wel, omdat een
GRC-gebaseerde interpretatie van "geslacht" in de EA 2010 de wet
onlogisch en onuitvoerbaar zou maken:
1. "Geslacht" en
"Geslachtsverandering" zijn Aparte Beschermde Kenmerken: De
EA 2010 behandelt "geslacht" en "genderreassignment"
(geslachtsverandering) als twee verschillende en afzonderlijke beschermde
kenmerken [167, 198, 225(xii)]. Het Hof benadrukt dat de bescherming tegen
discriminatie op grond van "genderreassignment" niet afhankelijk
is van het bezit van een GRC. Als "geslacht" zowel biologisch
geslacht als verworven geslacht zou omvatten, zou dit tot verwarrende
groeperingen leiden en de identificatie van groepen met gedeelde kenmerken
bemoeilijken.
2. Zwangerschap en Moederschap: Bepalingen
over zwangerschap en moederschap in de EA 2010 (bijv. secties 17 en 18) maken
alleen zin als "vrouw" een biologische vrouw betekent.
Alleen biologische vrouwen kunnen zwanger worden of borstvoeding geven. Als
"vrouw" ook juridisch erkende transvrouwen zou omvatten, zou dit in
deze context niet werken.
3. Geen Variabele Definitie: Het Hof
verwierp het idee dat de betekenis van "geslacht" in de EA 2010 per
context kan verschillen (bijv. biologisch voor zwangerschap, en inclusief GRC
elders) [191, 224(xi)]. Een wet moet duidelijk en voorspelbaar zijn,
zodat burgers en organisaties hun gedrag dienovereenkomstig kunnen regelen. Een
variabele definitie zou dit principe ondermijnen.
4. Seksuele Oriëntatie: De definitie van
"seksuele oriëntatie" in de EA 2010 (aantrekking tot personen van
hetzelfde geslacht, het tegenovergestelde geslacht of beide geslachten) is
alleen logisch als "geslacht" biologisch geslacht betekent. Als een
GRC iemands geslacht juridisch zou veranderen voor deze definitie, zou een
transvrouw (biologisch man) met een GRC die zich aangetrokken voelt tot
vrouwen, juridisch gezien lesbisch worden. Dit zou het concept van seksuele
oriëntatie zinloos maken en ernstige problemen opleveren voor bijvoorbeeld
lesbische groepen en verenigingen [166, 206, 207, 225(xiii)].
5. Gescheiden- en Eén-Geslacht Diensten/Ruimtes: Bepalingen
voor gescheiden toiletten, kleedkamers, opvanghuizen voor daklozen of
slachtoffers van huiselijk geweld (bijv. Schema 3, paragrafen 26, 27) zijn
bedoeld voor biologische mannen en vrouwen, rekening houdend met privacy,
fatsoen en veiligheid. Als "geslacht" ook GRC-houders zou omvatten,
zou het voor dienstverleners onmogelijk worden om onderscheid te maken tussen
transvrouwen met en zonder GRC (omdat ze er uiterlijk hetzelfde uit kunnen
zien), en zou het doel van gescheiden ruimtes (zoals bescherming van
biologische vrouwen) ondermijnd worden [172, 213, 217, 218, 225(xiv)].
6. Positieve Actie en Gelijkheid in de Publieke
Sector: Regels voor positieve actie (bijv. quota voor vrouwen) en de
algemene gelijkheidsplicht voor overheidsinstanties (PSED) zijn gericht op het
aanpakken van nadelen voor groepen met gedeelde kenmerken. Als
"vrouw" een groep zou omvatten die bestaat uit biologische vrouwen en
biologische mannen met GRC's (maar geen biologische vrouwen met GRC's), dan zou
dit een "heterogene groep" creëren. Het zou moeilijk en onlogisch
zijn om de specifieke behoeften of nadelen van biologische vrouwen als
groep te identificeren en aan te pakken [197, 199, 200, 201, 202,
226(xv)].
7. De EHRC's Eigen Erkenning van Problemen: Het
Hooggerechtshof vond het significant dat de Equality and Human Rights
Commission (EHRC), de overheidsinstantie die belast is met het toezicht op
gelijkheidswetgeving, zelf had erkend dat de interpretatie waarbij
"geslacht" certificeringsgeslacht omvatte, "diepgaande
moeilijkheden" veroorzaakte. De EHRC had zelfs opgeroepen tot dringende
wetswijzigingen op acht gebieden (bijv. zwangerschap, gescheiden diensten,
sport), wat de conclusie van het Hof dat een biologische definitie nodig was
voor duidelijkheid en werkbaarheid, sterk ondersteunde [203, 204, 205, 206,
207, 226(xvi)].
Wat betekent dit voor de bescherming van transpersonen? Het
Hof benadrukt dat deze interpretatie (biologisch geslacht) de belangrijke
bescherming van transpersonen onder de EA 2010 niet vermindert of
wegneemt [210, 226(xvii)].
• Directe discriminatie en intimidatie: Transpersonen
(met of zonder GRC) blijven beschermd tegen discriminatie als ze minder gunstig
worden behandeld vanwege hun genderreassignment [213,
226(xvii)]. Ze kunnen ook een claim indienen als ze minder gunstig worden
behandeld omdat ze worden waargenomen als een bepaald geslacht
(bijv. een transvrouw die als vrouw wordt gezien) of geassocieerd
worden met dat geslacht, ongeacht hun biologisch geslacht [210, 211,
212, 213, 226(xvii)].
• Indirecte discriminatie: Transpersonen
zijn ook beschermd tegen indirecte discriminatie wanneer een beleid of praktijk
hen als groep (vanwege genderreassignment) onevenredig benadeelt, of wanneer ze
een nadeel delen met mensen van hun biologisch geslacht [216, 217, 226(xvii)]. Het
Hof concludeert dat een GRC-gebaseerde interpretatie van "geslacht"
in de EA 2010 niet nodig is om deze bescherming te bieden
[213, 217, 226(xvii)].
Uiteindelijke Conclusie: De woorden
"geslacht", "vrouw" en "man" in de Equality Act
2010 betekenen biologisch geslacht [219, 264, 226(xviii)]. Dit
betekent dat een persoon met een GRC (die juridisch van geslacht is veranderd)
voor de doeleinden van de EA 2010 niet automatisch onder de
definitie van hun verworven geslacht valt. De eerder uitgegeven richtlijnen van
de Schotse regering, die stelden dat een transvrouw met een GRC meetelt als
"vrouw" voor het 50%-doel van bestuursleden, zijn daarom onjuist.
Het Hof benadrukt dat dit oordeel niet bedoeld is om
de benoeming van transpersonen in openbare besturen te ontmoedigen. Het
gaat er alleen om of een transvrouw met een GRC telt als een "vrouw"
voor het specifieke doel van gendervertegenwoordiging in de 2018-wet .