Het document is een juridische klacht ingediend door het advocatenkantoor Perkins Coie LLP bij de Amerikaanse federale rechtbank in Washington, D.C. Het kantoor klaagt de Amerikaanse regering en verschillende federale instanties aan, evenals specifieke functionarissen, vanwege een uitvoerend bevel dat op 6 maart 2025 is uitgevaardigd door president Donald Trump. Dit bevel, genaamd "Addressing Risks From Perkins Coie LLP," beschuldigt het advocatenkantoor van "oneerlijke en gevaarlijke activiteiten" en legt sancties op die het kantoor ernstig schaden.
Samenvatting van de zaak:
- Achtergrond van het uitvoerend bevel:
- Het bevel beschuldigt Perkins Coie van wangedrag, waaronder het manipuleren van verkiezingswetten, het creëren van valse documenten (zoals het Steele-dossier in 2016), en vermeende raciale discriminatie binnen het kantoor.
- Het bevel straft het kantoor door:
- Overheidscontracten met cliënten van Perkins Coie te beëindigen.
- Toegang tot federale gebouwen en interactie met federale ambtenaren te beperken.
- Veiligheidsmachtigingen van werknemers van Perkins Coie op te schorten.
- Kern van de klacht:
- Perkins Coie stelt dat het uitvoerend bevel ongrondwettelijk is en een aanval vormt op de rechtsstaat, de scheiding der machten, en de rechten van het kantoor en zijn cliënten.
- Het kantoor beweert dat het bevel bedoeld is als vergelding voor zijn juridische vertegenwoordiging van Democratische cliënten, waaronder Hillary Clinton in 2016 en cliënten die succesvol waren in het verdedigen van verkiezingsuitslagen in 2020 tegen Trump.
- Het bevel wordt ook gezien als een poging om advocaten te ontmoedigen om toekomstige cliënten te vertegenwoordigen die als tegenstanders van de regering worden beschouwd.
- Juridische argumenten:
- Schending van de scheiding der machten: Het bevel neemt de rol van de rechterlijke macht over door Perkins Coie te straffen zonder een eerlijk proces.
- Schending van het recht op een eerlijk proces (Fifth Amendment): Het bevel is uitgevaardigd zonder voorafgaande kennisgeving of mogelijkheid tot verweer.
- Schending van de vrijheid van meningsuiting (First Amendment): Het bevel straft Perkins Coie voor zijn politieke standpunten en associaties, en beperkt het recht om de overheid te verzoeken om rechtsherstel.
- Schending van het recht op juridische bijstand (Sixth Amendment): Het bevel belemmert cliënten van Perkins Coie in hun recht op vrije keuze van juridische vertegenwoordiging.
- Discriminatie (Equal Protection Clause): Het bevel richt zich specifiek op Perkins Coie, terwijl andere advocatenkantoren niet worden gestraft voor vergelijkbare activiteiten.
- Gevolgen voor Perkins Coie:
- Het kantoor heeft al cliënten verloren en lijdt aanzienlijke reputatieschade.
- Werknemers worden beperkt in hun toegang tot federale gebouwen en interactie met federale ambtenaren.
- Het bevel heeft een afschrikkend effect op potentiële cliënten en werknemers.
- Eis:
- Perkins Coie vraagt de rechtbank om het uitvoerend bevel ongrondwettelijk te verklaren en de uitvoering ervan onmiddellijk te stoppen.
Conclusie:
De klacht benadrukt dat het uitvoerend bevel een ongekende aanval is op de onafhankelijkheid van advocaten en de rechtsstaat. Perkins Coie stelt dat het bevel niet alleen het kantoor schaadt, maar ook een gevaarlijk precedent schept voor politieke vergelding tegen advocaten en hun cliënten.