-
Pedofilie.
- Vraag: Mevrouw Barbara Pas informeerde naar actuele cijfers over geregistreerde pedofielen (aantal, man-vrouwverhouding, per jaar sinds 2020, per gewest), veroordeelde pedofielen in de gevangenis en zij die thuis een enkelband dragen.
- Antwoord: Het antwoord op deze vraag was te omvangrijk om in het Bulletin te worden opgenomen en is rechtstreeks naar het parlementslid gestuurd. Het kan op verzoek worden opgevraagd bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers.
-
Gerechtspersoneel.
- Vraag: De heer Alain Yzermans uitte bezorgdheid over de uniformiteit van onverenigbaarheidsregels voor gerechtspersoneel en politieke mandaten, waarbij momenteel voltijds verlof vereist is. Hij vroeg naar juridische mogelijkheden om dit te versoepelen.
- Antwoord: De huidige wetgeving (artikel 353ter van het Gerechtelijk Wetboek) voorziet inderdaad een onverenigbaarheid die voltijds verlof vereist voor gerechtspersoneel dat een politiek mandaat wil opnemen. Echter, de wet van 7 mei 2024 heeft een aanpassing doorgevoerd aan artikel 353ter, die op 1 januari 2026 in werking treedt. Deze nieuwe bepaling schrapt het strikte verbod voor gerechtspersoneel van niveau B, C en D om een politiek mandaat uit te oefenen en machtigt de Koning om aanvullende regels voor cumulatie vast te stellen. De versoepeling wordt overwogen omdat het principe van de "onafhankelijkheid van de magistratuur" minder tot uiting komt bij de uitoefening van hun ambt.
-
De bouw van een detentiehuis in Ninove.
- Vraag: De heer Werner Somers vroeg of er nog plannen zijn voor een detentiehuis (kleinschalige, gesloten inrichting voor 20-60 gedetineerden met straffen tot 3 jaar en laag veiligheidsrisico) in Ninove op de site van de voormalige rijkswachtkazerne, en zo ja, naar de timing, openingsdatum en personeelsbezetting, alsook overleg met het stadsbestuur.
- Antwoord: De plannen voor een detentiehuis in Ninove zijn nog steeds actueel en Ninove staat op de lijst van actieve projecten voor de ontwikkeling van detentiehuizen. Wat betreft de timing, opening, personeelsbezetting en overleg met het stadsbestuur, is de Regie der Gebouwen leidend in dit dossier. Vragen hierover moeten worden gericht aan de minister bevoegd voor de Regie der Gebouwen.
-
Veranderende methoden van drugssmokkel. - Impact op de Belgische aanpak.
- Vraag: De heer Steven Matheï vroeg om toelichting bij de significante daling van cocaïneonderscheppingen in Belgische havens in 2024, de redenen hiervoor (o.a. diversificatie van smokkelmethoden), strategieën tegen smokkel via "go-fasts", ontmantelingen van cocaïnewasserijen, internationale samenwerking en aanpassingen aan evoluerende criminele methoden.
- Antwoord: Het antwoord op deze vraag was te omvangrijk om in het Bulletin te worden opgenomen en is rechtstreeks naar het parlementslid gestuurd. Het kan op verzoek worden opgevraagd bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers.
-
Portwatch. - Evaluatie en cijfergegevens.
- Vraag: De heer Steven Matheï informeerde naar de recente evaluatie van het Portwatch programma (een instrument tegen georganiseerde misdaad in havens), de conclusies, aanbevelingen, afstemming op huidige dreigingen, samenwerking tussen instanties, gebruik van moderne technologieën en concrete cijfergegevens over de resultaten. Hij vroeg ook of Portwatch actief wordt gelanceerd in nieuwe havens/hubs zoals de Port of Limburg.
- Antwoord: De meest recente evaluatie van Portwatch, een meldpunt voor havenbeveiliging, vond plaats eind 2024. De belangrijkste conclusie was dat Portwatch een duidelijke meerwaarde biedt, maar dat er gewerkt moet worden aan het vergroten van de naamsbekendheid en het aantal meldingen. Er is ook behoefte aan meer communicatie vanuit de betrokken instanties naar de sector toe. Sinds de evaluatie zijn concrete verbeteringen doorgevoerd, zoals een duidingsfilmpje, verbetering van de website (met o.a. nieuwe visuals en talen), uitbreiding van de scope naar de visserijsector en de bemanningen van zeeschepen, ontwikkeling van nieuw promotiemateriaal en het organiseren van informatiesessies. Portwatch zal in het derde kwartaal van 2025 opnieuw worden geëvalueerd. Grote problematieken zoals drugs, transmigratie en smokkel blijven een uitdaging, en er is een toename van hybride dreigingen gericht op havens als kritieke infrastructuur; Portwatch kan hierbij helpen bij het melden van sabotage. De samenwerking tussen diensten (Federale Gerechtelijke Politie, Scheepvaartpolitie, Lokale Politie, Douane, AIK's/SICAD en LCMB's) verloopt over het algemeen goed, maar er is ruimte voor verbetering in communicatie en opvolging naar private stakeholders. Momenteel wordt geen artificiële intelligentie gebruikt, maar wel tools voor "Search Engine Optimalisation"-metingen; toekomstig gebruik van moderne technologieën voor trendanalyses wordt overwogen. De DG Scheepvaart kan enkel het aantal meldingen per gerechtelijk arrondissement verstrekken (6 maart 2024 - 16 mei 2025): 15.237 websitebezoekers, 120 meldingen in totaal. Specifiek: Antwerpen (42+6), Zeebrugge (10), Gent (40), Brussel (6), Oostende (1) en 2 meldingen buiten de havenzone in Henegouwen. Operationele cijfers van de politie moeten bij de betreffende diensten worden opgevraagd. Portwatch wordt actief onder de aandacht gebracht bij alle havenfaciliteiten, inclusief nieuwe hubs zoals de Port of Limburg, waarbij de toegevoegde waarde wordt benadrukt en inspecteurs ter plaatse de beschikbaarheid van promotiemateriaal controleren.
-
Onregelmatigheden digitalisering Justitie.
- Vraag: De heer Michael Freilich stelde vragen over een onderzoek van OLAF en EPPO naar mogelijke onregelmatigheden bij de digitalisering van Justitie, vriendjespolitiek bij overheidsopdrachten, en het niet naleven van aanbestedingsprocedures. Hij vroeg wanneer de minister hiervan op de hoogte was, of terugbetaling van noodfondsen is gesuggereerd, of zij onregelmatigheden heeft vastgesteld sinds haar aantreden, over klokkenluidersstatuut aanvragen/klachten, haar standpunt over een audit, en concrete stappen van het parket.
- Antwoord: De minister werd in maart jl. geïnformeerd over het OLAF-onderzoek tijdens een overleg met de administratie van de FOD Justitie, die heeft verzekerd dat alle nodige stappen worden ondernomen. Zij is niet bekend met een concreet voorstel tot terugbetaling van fondsen, maar benadrukt de noodzaak van zorgvuldig en transparant financieel beheer. Sinds haar aantreden heeft de minister de FOD Justitie opgedragen alle digitaliseringsprojecten, budgetten en contracten duidelijk in kaart te brengen en er wordt gewerkt aan een actieplan om de interne controle en budgetbeheersing te versterken, waarvan op korte termijn resultaten worden verwacht. Vanwege de vertrouwelijkheid van de procedure wordt de minister niet systematisch geïnformeerd over personen die een beroep doen op het klokkenluidersstatuut. De minister staat volledig achter een audit die de FOD Justitie wil uitvoeren naar controlestappen en anti-fraudemaatregelen, een initiatief dat voortvloeide uit een rapport van het Rekenhof en haar uitdrukkelijke vraag. Over lopende gerechtelijke onderzoeken kan de minister geen informatie verstrekken, conform het principe van scheiding der machten en het geheim van het onderzoek.
-
De beschikbaarheid van software om mensenhandel op te sporen.
- Vraag: De heer Achraf El Yakhloufi vroeg naar details over het gebruik van een webcrawler/webscraper voor het opsporen van mensenhandel en seksuele uitbuiting, inclusief het aantal gevonden advertenties, betrokken personen, man-vrouwverhouding, geschatte gevallen van uitbuiting/minderjarigen, en de algemene beschikbaarheid van de software bij de federale en lokale politie. Hij vroeg ook naar de benodigde budgetten en de efficiëntie van gecentraliseerde profiling.
- Antwoord: De personeels- en IT-middelen voor digitaal onderzoek naar mensenhandel zijn gecentraliseerd. Een proefproject in 2024 door het Centrex 'Mensenhandel en -smokkel' van DJSOC monitorde online prostitutie centraal. Hierbij werden iets meer dan 1,7 miljoen advertenties voor seksuele diensten geteld, wat neerkomt op ongeveer 17.000 personen die via internet actief zijn in de prostitutie. Vooral Chinese en Zuid-Amerikaanse milieus zijn actief. Tijdens de testperiode werden 112 gevallen van prostitutie van minderjarigen ontdekt. Het proefproject is afgerond en zal eind dit jaar worden hervat met een nieuw IT-instrument dat door de DGJ (Algemene Directie van de Federale Gerechtelijke Politie) wordt aangekocht. Het Centrex MH en MS wil een Cyberprostitutie project starten zodra dit instrument beschikbaar is om de online prostitutie te monitoren. Er is gekozen voor gecentraliseerd beheer van de tool, op basis van de taakverdeling van gerechtelijke opdrachten tussen de twee politieniveaus (COL 2/2002). De verzamelde informatie wordt echter gedeeld en doorgegeven aan de FGP's of de betrokken politiezones.
-
Geradicaliseerde minderjarigen. - Opvolging.
- Vraag: Mevrouw Catherine Delcourt vroeg naar geactualiseerde informatie over het aantal geradicaliseerde minderjarigen in België, hoeveel worden begeleid in gespecialiseerde voorzieningen, systematische monitoring voor degenen die niet begeleid worden, het aantal dat niet wordt opgevolgd, de voornaamste moeilijkheden bij plaatsing in programma's, en maatregelen om bestaande tools en coördinatie te versterken.
- Antwoord: Er zijn 35 minderjarigen opgenomen in de GGB T.E.R. (Gemeenschappelijke gegevensbank Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces), waarvan iets minder dan 20 zich op Belgisch grondgebied bevinden (de anderen in jihadistische conflictgebieden). Alle minderjarigen op Belgisch grondgebied worden opgevangen door de rechtbanken en diensten voor jeugdhulp, en worden ook opgevolgd door de platformen van de Strategie T.E.R.. Er is geen systematische follow-up bij het OCAD, maar wel bij de diensten van de Gemeenschappen, waarvoor de vraag aan de deelstaten gesteld moet worden. De vraag naar moeilijkheden bij plaatsing valt ook onder de bevoegdheid van de Gemeenschappen. Wat betreft de coördinatie zijn veel verbeteringen aangebracht: in 2021 werd de Strategie T.E.R. goedgekeurd door alle beleidsniveaus, en in maart 2024 werd een nieuwe wet gepubliceerd die de werking van de GGB T.E.R. regelt. Deze wet heeft Aide à la Jeunesse toegevoegd als partner van de GGB T.E.R. (naast Opgroeien), wat betekent dat deze diensten informatie over opgenomen minderjarigen moeten delen. Een nieuwe doelstelling is toegevoegd aan de praktijk voor hulp bij bescherming, begeleiding en opvolging van minderjarigen. OCAD ondersteunt gemeenschappen in de aanpak van het fenomeen. De komende goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst over de werking van de LIVC R (Lokale Integrale Veiligheidscellen inzake Radicalisme) zal het bewustzijn voor een beter gebruik van deze sociaal-preventieve platforms op lokaal niveau verder stimuleren.
-
Vrijlating van geradicaliseerde gedetineerden.
- Vraag: Mevrouw Catherine Delcourt vroeg naar het aantal geradicaliseerde gedetineerden, maatregelen voor opvolging na gevangenschap (voor zowel veroordeelden voor terroristische misdrijven als zij die in de gevangenis radicaliseerden), specifieke maatregelen voor diegenen die hun straf volledig uitzitten (zonder voorwaardelijke invrijheidstelling), systematische overweging van terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank, en de implementatie van controlemaatregelen zoals elektronisch toezicht. Ook vroeg ze in welke inrichtingen PIVC's (penitentiaire lokale integraleveiligheidscellen) zullen worden opgetuigd en hoe deze zullen bijdragen aan de opvolging en resocialisatie.
- Antwoord: Momenteel worden 124 gedetineerden opgevolgd door het DG Penitentiaire Inrichtingen in het kader van terrorisme/radicalisme/extremisme (alle ideologieën), waarvan 95 in de GGB T.E.R. (Gemeenschappelijke gegevensbank Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces). De opvolging na het verlaten van de gevangenis gebeurt in het kader van de T.E.R.-strategie, op veiligheidsniveau (via de LTF, een platform van politiediensten, inlichtingendiensten, OCAD, Dienst Vreemdelingenzaken en openbaar ministerie) en/of op socio-preventief niveau (via de LIVC-R, een platform van socio-preventieve diensten en lokale politie, voorgezeten door de burgemeester). Personen die onder voorwaarden worden vrijgelaten, worden ook opgevolgd door de Justitiehuizen. Zelfs voor veroordeelden zonder voorwaardelijke invrijheidstelling wordt ingezet op de voorbereiding van de invrijheidstelling met socio-preventieve diensten (huisvesting, opleiding, werk, psychische follow-up). Bij vrijlating van een GGB-geregistreerde persoon stellen de Veiligheid van de Staat (VSSE) of OCAD een eindestrafnota op voor de bevoegde LTF, die de verdere opvolging en maatregelen bepaalt. Terbeschikkingstelling van de Strafuitvoeringsrechtbank (SURB) is een geval-per-geval rechterlijke beslissing. Het regeerakkoord voorziet de oprichting van penitentiaire lokale integraleveiligheidscellen (PIVC's) in gevangenissen; de wettelijke omkadering wordt momenteel bestudeerd. Ze zullen functioneren in gevangenissen met gedetineerden onder dit profiel.
-
Veroordeling Belgische Staat naar aanleiding van het gevangenisregime van een gedetineerde.
- Vraag: Mevrouw Marijke Dillen vroeg om een gedetailleerd overzicht (per gerechtelijk arrondissement, jaarlijks sinds 2019) van veroordelingen van de Belgische Staat in verband met gevangenisregimes, aangetekende beroepen, opgelegde dwangsommen (met bedragen), en daadwerkelijk uitbetaalde dwangsommen of inhoudingen daarvan.
- Antwoord: Een gedetailleerd overzicht per gerechtelijk arrondissement is niet verstrekt, maar enkele gevallen zijn genoemd:
- 2019: Twee beroepen tot nietigverklaring bij de Raad van State tegen beslissingen tot plaatsing in een bijzonder veiligheidsregime; één afgewezen verzoek in kort geding bij de rechtbank van eerste aanleg te Luik.
- 2022: Een gedetineerde spande een zaak aan bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel om de Staat te verbieden een bijzonder veiligheidsregime uit te voeren, met een dwangsom van 2.000 euro per dag bij niet-naleving. Deze beslissing werd in hoger beroep hervormd.
- 2024: Een verzoek in kort geding bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel voor de schorsing van een bijzonder veiligheidsregime werd afgewezen.
- 2025: De Belgische Staat werd veroordeeld tot het stopzetten van bijzondere veiligheidsmaatregelen en het plaatsen van een gedetineerde in een gewoon regime, met een dwangsom van 5.000 euro per dag bij niet-naleving.
- Tot op heden heeft de Belgische Staat geen enkele dwangsom uitbetaald. Informatie over inhoudingen van dwangsommen voor boetes, gerechtskosten of slachtoffervergoedingen is niet beschikbaar.
-
Magistratuur. - Door de magistraten te betalen kosten.
- Vraag: Mevrouw Marijke Dillen vroeg naar de regels voor de betaling van buitengewone kosten voor magistraten en een gedetailleerd overzicht van vergoede buitengewone kosten sinds 2019 per magistraat en gerechtelijk arrondissement.
- Antwoord: Alleen het koninklijk besluit van 13 juli 2017 over toelagen en vergoedingen van federaal overheidspersoneel is van toepassing. Artikel 88 wordt toegepast voor overnachtingen buiten de woonplaats in België voor functie-uitoefening. Voor bedreigde personen (magistraten, gevangenispersoneel) gelden de COL6/2004+ van Binnenlandse Zaken en het Wetboek van Strafvordering artikelen 111bis-111decies. Tussen 2019 en 2024 werden twee dossiers uitgevoerd voor de beveiliging van woningen van sleutelfiguren. De kosten en vergoedingen kunnen niet specifiek worden weergegeven, omdat deze niet via een specifieke code worden bijgehouden.
-
Magistratuur. - Niet openstellen van vacatures.
- Vraag: Mevrouw Marijke Dillen vroeg naar een overzicht (per gerechtelijk arrondissement, jaarlijks sinds 2019) van het aantal vacatures dat niet wordt opengesteld bij de magistratuur.
- Antwoord: De minister heeft kennisgenomen van de uitspraken van de procureur-generaal over de vacatures. Het openbaar ministerie heeft een eigen personeelsenveloppe. Met een recent goedgekeurde omzendbrief die limieten voor personeelskredieten in 2025 en 2026 bepaalt, kan het College van het openbaar ministerie de vacatureplannen opstellen op basis van beschikbare kredieten, noden en prioriteiten. Het totale wettelijke kader voor magistraten bij het openbaar ministerie is 963 plaatsen (plus 28 bij strafuitvoeringsrechtbanken); hiervan zijn respectievelijk 887 en 27 plaatsen ingevuld, wat neerkomt op 92% invulling van het wettelijke kader. Eind 2023 veroordeelde het hof van beroep te Brussel de Belgische Staat tot het publiceren van alle vacante magistratenplaatsen. Hieraan werd gevolg gegeven op 19 februari 2024 door 49 vacante plaatsen open te stellen, maar dit leidde tot slechts 13 benoemingen, mede door een gebrek aan kandidaten.
-
Strafinrichtingen.- Stand van zaken betreffende personeelsbestand en bezettingsgraad.
- Vraag: De heer Philippe Goffin vroeg naar de huidige bezettingsgraad per gevangenis (aantal gedetineerden, percentage van theoretische capaciteit, overbevolkingspercentage), het aantal penitentiaire beambten per inrichting, het geschatte benodigde aantal beambten voor veilige en efficiënte werking, en het absenteïsmepercentage onder personeel in 2024, inclusief conclusies.
- Antwoord: Het antwoord op deze vraag was te omvangrijk om in het Bulletin te worden opgenomen en is rechtstreeks naar het parlementslid gestuurd. Het kan op verzoek worden opgevraagd bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers.
-
Overzicht gevangenissen België.
- Vraag: De heer Alain Yzermans vroeg om een overzicht van het aantal gedetineerden in Belgische gevangenissen sinds 2020 (per gevangenis, geslacht, leeftijd), het aantal beschikbare plaatsen per gevangenis, het aantal cipiers sinds 2020 (per gevangenis, leeftijd, geslacht), het absenteïsme van cipiers, en geweldsincidenten sinds 2020 (per gevangenis, aard van incident).
- Antwoord: Het antwoord op deze vraag was te omvangrijk om in het Bulletin te worden opgenomen en is rechtstreeks naar het parlementslid gestuurd. Het kan op verzoek worden opgevraagd bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers.
-
Gedetineerden. - Recidive.
- Vraag: Mevrouw Marijke Dillen vroeg om een overzicht (per gerechtelijk arrondissement, jaarlijks sinds 2019) van het aantal gedetineerden dat na vrijlating opnieuw strafbare feiten pleegt en veroordeeld wordt, verwijzend naar een uitspraak dat 70% van de gedetineerden opnieuw feiten zou plegen als ze niet behandeld worden.
- Antwoord: Het antwoord op deze vraag was te omvangrijk om in het Bulletin te worden opgenomen en is rechtstreeks naar het parlementslid gestuurd. Het kan op verzoek worden opgevraagd bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers.
-
Gedetineerden. - Uitzitten straf.
- Vraag: Mevrouw Marijke Dillen vroeg naar het aantal gedetineerden dat hun straf volledig heeft uitgezeten (jaarlijks sinds 2019, per gerechtelijk arrondissement) en het aantal geweigerde aanvragen voor voorwaardelijke invrijheidstelling.
- Antwoord: Het aantal gedetineerden dat de gevangenis pas aan het einde van hun straf verlaat, is te vinden in de jaarcijfers van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen (DG EPI) op hun website; het cijfer voor 2024 is nog niet gevalideerd. De huidige databank maakt het niet mogelijk deze cijfers aan gerechtelijke arrondissementen te koppelen. De redenen waarom veroordeelden hun straf volledig uitzitten, zijn divers en niet altijd een eigen beslissing. Sinds 2021 publiceert de steundienst van het College van de hoven en rechtbanken geen cijfers meer voor de afdeling strafuitvoering van de rechtbanken van eerste aanleg, omdat de nationale applicatie (DEJO) niet homogeen wordt gebruikt. Statistieken zullen opnieuw worden ontwikkeld zodra de nieuwe applicatie 'JustCase SURTAP' door alle strafuitvoeringsrechtbanken wordt gebruikt. De oude applicatie bevatte enkel aanvragen tot modaliteitswijzigingen en kon de vraag hierover niet beantwoorden. De aantallen voor strafeinde vanuit inrichting of elektronisch toezicht zijn: 2019: 745, 2020: 567, 2021: 540, 2022: 529, 2023: 437.
-
AIGIS. - Implementatie platform controle havenverboden.
- Vraag: De heer Paul Van Tigchelt vroeg naar de implementatiestatus van AIGIS (platform voor havenverboden) bij ISPS-plichtige havenfaciliteiten voor bezoekers- en personeelscontroles, gebruik door maritieme beveiligingseenheden, aantal vastgestelde overtredingen, koppeling met Alfapass, toegang voor federale/lokale politie en andere veiligheidsdiensten, en de samenwerking met het gevangeniswezen.
- Antwoord: De AIGIS-applicatie wordt nog verder ontwikkeld en getest. Momenteel kunnen alleen handmatige controles worden uitgevoerd, wat al meer dan 2.500 keer is gedaan. Er wordt gewerkt aan een automatische controle (API) om lange wachttijden te voorkomen, die wordt getest bij één havenfaciliteit. Om dezelfde redenen wordt AIGIS nog niet gebruikt door vestigingseenheden met impact op maritieme beveiliging. Tot op heden zijn er geen overtredingen van het havenverbod vastgesteld, er zijn 341 actieve en 34 inactieve havenverboden. Er is contact met Alfapass en andere badgeleveranciers voor een automatische koppeling; juridische diensten zullen binnenkort dataprotocollen concretiseren. Overleg met de IT-dienst van de federale politie loopt om hen gestructureerde toegang te geven, afgestemd op het gewenste gebruik. De wet maritieme beveiliging voorziet toegang voor personeel van Douane en Accijnzen, Landsverdediging, NCCN (kritieke infrastructuur), en federale/lokale politie. Voor andere inlichtingendiensten is een wetswijziging nodig. Om het gevangeniswezen toegang te kunnen geven, zijn aanpassingen nodig in de wet maritieme beveiliging om deze in regel te brengen met de AVG-wetgeving; hierover is al overleg geweest.
-
Franse windmolenpark voor de kust van Duinkerke. - Kortgedingprocedure tussen Haven Oostende en de Belgische Staat.
- Vraag: De heer Vincent Van Quickenborne vroeg om bevestiging van een uitspraak in de kortgedingprocedure van Haven Oostende tegen de Belgische Staat over het geplande Franse windmolenpark bij Duinkerke. Hij vroeg naar de datum, rolnummer, juridische en inhoudelijke motieven van de rechtbank, de publicatiestatus van de uitspraak, en de beoordeling van de minister van de bezorgdheden van Haven Oostende en de gevolgde stappen.
- Antwoord: De minister bevestigt dat de voorzitter van de Nederlandstalige Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel op 16 april 2025 uitspraak heeft gedaan in de kortgedingprocedure (rolnummer 2024/97/C); de procedure ten gronde is uitgesteld. De rechtbank oordeelde dat de vordering van Haven Oostende de bevoegdheid van de kortgedingrechter overschreed, aangezien de gevorderde maatregel de facto een definitieve maatregel was. De rechtbank stelde vast dat de Belgische Staat een discretionaire bevoegdheid heeft en dat niet is aangetoond dat de gezette stappen onvoldoende waren. De uitspraak benadrukte dat het aan de uitvoerende macht is om te oordelen welke stappen nodig zijn om Belgische belangen te behartigen in internationale betrekkingen. De beschikking is niet publiek raadpleegbaar en kan niet openbaar worden gemaakt vanwege de lopende procedure ten gronde en de voortdurende inspanningen om Belgische belangen te beschermen. De beschikking is bovendien nog niet definitief, aangezien de raadslieden van Haven Oostende hoger beroep hebben aangekondigd. De minister begrijpt de bezorgdheden van Haven Oostende ten zeerste. De nodige juridische stappen zijn en worden gezet tegen de verleende milieuvergunningen (24 december 2024 en 14 februari 2025) en concessie-overeenkomsten. Er zijn "recours gracieux" (administratieve beroepen) ingediend bij de Prefect van Nord, met een eventueel beroep bij de Franse Raad van State afhankelijk van het antwoord. De mogelijkheid om een interstatelijke klachtenprocedure bij de Europese Commissie te starten, wordt in dit stadium niet uitgesloten. Naast de juridische stappen blijft de overheid volop inzetten op diplomatiek overleg met Frankrijk en volgt zij het dossier nauwgezet op in overleg met alle betrokken partners.