maandag 7 juli 2014

15 MEI 2014. - Koninklijk besluit tot uitvoering, voor de griffiers van de Rechterlijke Orde, de referendarissen bij het Hof van Cassatie en de referendarissen en parketjuristen bij de hoven en rechtbanken, van artikel 15septies van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen

15 MEI 2014. - Koninklijk besluit tot uitvoering, voor de griffiers van de Rechterlijke Orde, de referendarissen bij het Hof van Cassatie en de referendarissen en parketjuristen bij de hoven en rechtbanken, van artikel 15septies van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen



FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen, artikel 15septies, ingevoegd bij de wet van 18 december 2002;
Gelet op de wet van 25 april 2007 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakorganisaties van de griffiers van de Rechterlijke Orde, de referendarissen bij het Hof van Cassatie en de referendarissen en parketjuristen bij de hoven en rechtbanken;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 maart 2009 tot uitvoering van de wet van 25 april 2007 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakorganisaties van de griffiers van de Rechterlijke Orde, de referendarissen bij het Hof van Cassatie en de referendarissen en parketjuristen bij de hoven en rechtbanken;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 maart 2012;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken van 4 juli 2013;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 26 juli 2013;
Gelet op het protocol nr. 18 van het onderhandelingscomité van de griffiers, referendarissen en parketjuristen van de rechterlijke Orde, afgesloten op 14 oktober 2013;
Gelet op advies nr. 55.845/3 van de Raad van State, gegeven op 18 april 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gezien het artikel 8 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse omdat het bepalingen van autoregulering betreft;
Op de voordracht van de Minister van Justitie en de Minister van Werk en het advies van de Ministers die hierover beraadslaagd hebben in de Raad,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de griffiers van de Rechterlijke Orde, de referendarissen bij het Hof van Cassatie en de referendarissen en parketjuristen bij de hoven en rechtbanken, waarop de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen van toepassing is krachtens artikel 1 van voormelde wet.
Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit verstaan we onder:
1 ° de wet van 8 april 1965: de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen;
2° de wet van 25 april 2007: de wet van 25 april 2007 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakorganisaties van de griffiers van de Rechterlijke Orde, de referendarissen bij het Hof van Cassatie en de referendarissen en parketjuristen bij de hoven en rechtbanken;
3° het koninklijk besluit van 8 maart 2009: het koninklijk besluit van 8 maart 2009 tot uitvoering van de wet van 25 april 2007 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakorganisaties van de griffiers van de Rechterlijke Orde, de referendarissen bij het Hof van Cassatie en de referendarissen en parketjuristen bij de hoven en rechtbanken;
4° het onderhandelingscomité: het comité bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet van 25 april 2007;
5° het overlegcomité: het comité bedoeld in artikel 8, § 1, eerste lid, van de wet van 25 april 2007.
Art. 3. Om de bevoegdheid, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de wet van 8 april 1965, uit te voeren, houdt de Koning rekening met het gemotiveerd advies van het overlegcomité.
Art. 4. § 1. Voor de toepassing van hoofdstuk ll, afdeling 3, van de wet 8 april 1965, gelden de onderhandelings- en overlegprocedures zoals bedoeld in de wet van 25 april 2007 en in het koninklijk besluit van 8 maart 2009 als de procedures welke doorlopen worden in de paritaire comités en in de ondernemingsraden of welke doorlopen worden in samenwerking met de personeels- en vakbondsafvaardigingen.
§ 2.- De aangelegenheden die niet onderworpen zijn aan de in § 1er vermelde onderhandelings- of overlegprocedures en die in het arbeidsreglement moeten worden opgenomen, worden aan de overlegprocedure onderworpen.
Bij gebrek aan een eenparig gemotiveerd advies in het overlegcomité over de bepalingen van het reglement, wordt het geschil uiterlijk vijftien dagen na de dag waarop de notulen definitief geworden zijn, door de voorzitter ter kennis gebracht van de ambtenaar aangewezen door de Koning krachtens artikel 21 van de wet van 8 april 1965. Deze ambtenaar tracht binnen een termijn van dertig dagen de uiteenlopende standpunten te verzoenen. Indien hij daarin niet slaagt, wordt het geschil binnen vijftien dagen na het proces-verbaal van niet-verzoening onderworpen aan de onderhandelingsprocedure. Nadat het protocol definitief is geworden, stelt de overheid het arbeidsreglement vast of brengt wijzigingen in het arbeidsreglement aan.
Art. 5. In de gevallen bedoeld in artikel 15, zevende lid, van de wet van 8 april 1965, wordt de verzending van een kopie aan de voorzitter van het paritair comité vervangen door de verzending van een kopie aan de voorzitter van het onderhandelingscomité.
Art. 6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 7. De minister bevoegd voor Justitie en de minister bevoegd voor Arbeid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 mei 2014.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM
De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK