maandag 7 september 2015

20 AUGUSTUS 2015. - Ministerieel besluit houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage - B.S. 7/09/2015

20 AUGUSTUS 2015. - Ministerieel besluit houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage
De Minister van Justitie,
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 259bis-9, § 3, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998 en gewijzigd bij de wet van 31 januari 2007;
Gelet op het ministerieel besluit van 15 juli 2014 houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage;
Gelet op het besluit van de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie van 24 juni 2015 waarbij de programma's voor het examen inzake beroepsbekwaamheid en het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage voor het gerechtelijk jaar 2015-2016 worden goedgekeurd,
Besluit :
Artikel 1. De programma's voor het gerechtelijk jaar 2015 - 2016 van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage bedoeld in artikel 259bis-9, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, voorbereid door de verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie samengekomen op 10 juni 2015 en goedgekeurd door de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 24 juni 2015, gevoegd als bijlage bij dit besluit, worden bekrachtigd.
Art. 2. Het ministerieel besluit van 15 juli 2014 houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage wordt opgeheven.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 20 augustus 2015.
K. GEENS

Bijlage
HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE
Examenprogramma's voor het gerechtelijk jaar 2015-2016
Voorbereid door de verenigde benoemings- en
aanwijzingscommissie tijdens haar vergadering van 10 juni 2015
Goedgekeurd door de algemene vergadering
van de Hoge Raad voor de Justitie op 24 juni 2015
Afdeling 1. - Vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage
Het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage bestaat uit twee delen :
1° een schriftelijk deel dat de volgende proeven omvat :
a) De oplossing van een casus, aan de hand van een feitenrelaas, in de door de kandidaat gekozen materie.
Deze proef heeft tot doel te peilen naar de volgende vermogens :
1) de juridische kennis;
2) het analyse-, het denk- en het redactievermogen;
3) het vermogen om de gekozen oplossing te verantwoorden.
Er wordt aan de kandidaat gevraagd om de juridische oplossing te formuleren met inachtname van de specifieke en breed-maatschappelijke context die de casus kenmerkt.
De kandidaten hebben de keuze uit twee materies :
- burgerlijk recht, met inbegrip van gerechtelijk recht;
- strafrecht, met inbegrip van strafprocesrecht.
Zij vermelden hun keuze in hun aanvraag tot deelname aan het examen.
Zij mogen hun wetboeken meebrengen.
De kandidaten beschikken over vijf uren.
b) Psychologische tests :
In het kader van het schriftelijke gedeelte, kunnen de kandidaten worden onderworpen aan psychologische tests. Deze tests, die zullen worden toevertrouwd aan externe experten, zullen omvatten :
- een cognitief-analytische test die kan georganiseerd worden voor alle deelnemers aan de schriftelijke proef of enkel voor de kandidaten die geslaagd zijn in de schriftelijke proef; en
- een persoonlijkheidsvragenlijst die kan georganiseerd worden voor de kandidaten die geslaagd zijn voor de schriftelijke proef.
De resultaten van de tests zullen worden gevalideerd in het kader van een bespreking met de kandidaat. Zij worden verwerkt in een rapport dat dienst doet als bron van bijkomende informatie voor de mondelinge proef.
2° een mondeling deel dat omvat :
a) Een verdere bespreking van de eerste proef van het schriftelijk deel.
De kandidaten mogen hun wetboeken meebrengen.
b) In voorkomend geval, een gedachtewisseling over :
- andere juridische vragen van algemene aard;
- de rechterlijke organisatie en de werking ervan;
- de motivatie en de competenties van de kandidaat (met name : omgaan met informatie, omgaan met taken, omgaan met medewerkers, omgaan met relaties, omgaan met het eigen functioneren);
- de resultaten van de eventuele psychologische tests.
De kandidaten die ten minste 60% van de punten hebben behaald op de schriftelijke proef worden toegelaten tot de mondelinge proef. Deze kandidaten moeten bovendien de psychologische tests hebben afgelegd wanneer deze georganiseerd worden.
Worden gerangschikt, de kandidaten die voor het mondelinge deel ten minste 60 % van de punten hebben behaald.
Afdeling 2. - Examen inzake beroepsbekwaamheid
Het examen inzake beroepsbekwaamheid bestaat uit twee delen :
1° een schriftelijk deel dat de volgende proeven omvat :
a) De oplossing van een casus, aan de hand van een stukkenbundel, in de door de kandidaat gekozen materie.
Deze proef heeft tot doel te peilen naar de volgende vermogens :
1) de juridische kennis;
2) het analyse-, het denk- en het redactievermogen;
3) het vermogen om de gekozen oplossing te verantwoorden.
Er wordt aan de kandidaat gevraagd om de juridische oplossing te formuleren met inachtname van de specifieke en breed-maatschappelijke context die de casus kenmerkt.
De kandidaten hebben de keuze uit drie materies :
- burgerlijk recht, met inbegrip van gerechtelijk recht;
- strafrecht, met inbegrip van strafprocesrecht;
- sociaal recht, met inbegrip van gerechtelijk recht.
Zij vermelden hun keuze in hun aanvraag tot deelname aan het examen.
Zij mogen hun wetboeken meebrengen.
De kandidaten beschikken over vijf uren.
b) Psychologische tests :
In het kader van het schriftelijke gedeelte, kunnen de kandidaten worden onderworpen aan psychologische tests. Deze tests, die zullen worden toevertrouwd aan externe experten, zullen omvatten :
- een cognitief-analytische test die kan georganiseerd worden voor alle deelnemers aan de schriftelijke proef of enkel voor de kandidaten die geslaagd zijn in de schriftelijke proef; en
- een persoonlijkheidsvragenlijst die kan georganiseerd worden voor de kandidaten die geslaagd zijn voor de schriftelijke proef.
De resultaten van de tests zullen worden gevalideerd in het kader van een bespreking met de kandidaat. Zij worden verwerkt in een rapport dat dienst doet als bron van bijkomende informatie voor de mondelinge proef.
2° een mondeling deel dat omvat :
a) Een verdere bespreking van de eerste proef van het schriftelijk deel.
De kandidaten mogen hun wetboeken meebrengen.
b) In voorkomend geval, een gedachtewisseling over :
- andere juridische vragen van algemene aard;
- de rechterlijke organisatie en de werking ervan;
- de motivatie en de competenties van de kandidaat (met name : omgaan met informatie, omgaan met taken, omgaan met medewerkers, omgaan met relaties, omgaan met het eigen functioneren);
- de resultaten van de eventuele psychologische tests.
De kandidaten die ten minste 60 % van de punten hebben behaald op de schriftelijke proef worden toegelaten tot de mondelinge proef. Deze kandidaten moeten bovendien de psychologische proeven hebben afgelegd wanneer deze georganiseerd worden.
De kandidaten die voor het mondelinge deel ten minste 60 % van de punten hebben behaald, behalen het getuigschrift van beroepsbekwaamheid.
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 20 augustus 2015 houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend examen tot de gerechtelijke stage.
De Minister van Justitie,
K. GEENS